top of page

Dit is het Vietnamese zwaard met Japanse kling, waarschijnlijk van een Japanse samoerai die zich in Vietnam had gevestigd. Twee soortgelijke stukken waren ooit van Cornelis Tromp en zijn nu te bewonderen in het Rijksmuseum.

DSC06792.JPG

De handelaar legt een Franse en een Nederlandse sabel op tafel die nog wel handwerk zijn. ‘Dit zijn civiele pronkstukken met sierlijke gevesten.’

4S4A8611.jpeg

Japanse kling in Vietnamese monteringen, laat 16e tot vroeg 17e eeuw.

4S4A0077.jpeg

Indiase talwar uit Gujarat, Noord-India met een kling gedateerd 1693 A.D. Greep is 19e-eeuws maar van hoge kwaliteit.

4S4A0453.jpeg
4S4A0539.jpeg
4S4A0892.jpeg
4S4A9773.jpeg

Indiase sosun pattah. Laat 18e tot 1e helft 19e eeuw.

Peter Dekker van Mandarin Mansion over antieke wapens

 

De schoonheid van het gevecht

 

Wat maakt een antiek wapen bijzonder? Waarom stijgen ze zo in prijs? De Haarlemse antieke wapenhandelaar Peter Dekker van Mandarin Mansion legt het uit.

 

Tekst en beeld van Koos de Wilt voor COLLECT

De handelaar haalt een zwaard van zijn werkkamer boven dat hij net op de PAN heeft verkocht. Het heeft een mooi houten grip en schede, maar het gaat volgens Dekker hier alleen om de kling, het staal. ‘Het is wat het doek is bij een schilderij. Het is een Japans zwaard toegeschreven aan Sadatsuna, een smid die actief was rond 1180. Volgens de overlevering was hij de kleinzoon van degene die het eerste gekromde zwaard heeft gemaakt, het typische samoeraizwaard. Zwaarden uit die periode zijn in latere eeuwen veel gerepliceerd, maar kenners zien het origineel aan zaken als de smeedmethode, het puntje, de verhouding, de kromming en de groeven. Het zwaard is verkocht aan een Nederlandse verzamelaar voor 76 duizend euro. Ik moest het voor hem vasthouden.’

'Zwaarden uit die periode zijn in latere eeuwen veel gerepliceerd, maar kenners zien het origineel aan zaken als de smeedmethode, het puntje, de verhouding, de kromming en de groeven.'

De handelaar en onderzoeker Peter Dekker stond pas voor de tweede keer op de PAN. ‘Ik weet nog wel dat toen ik er voor het eerst stond dacht: óf dit is heel dom óf heel slim. Er staan alleen al kost behoorlijk wat en daarnaast moet je ook de top hebben aan spullen, dingen die mensen nog niet eerder gezien hebben. Daar moet je voor investeren. En die bijzondere werken moet je dan ook nog eens opsparen voor de beurs. Toen ik de eerste keer meedeed, was ik gelukkig op dinsdag al uit de kosten. Bij de tweede PAN had ik me dieper in de schuld gestoken, maar was daar wonderwel nauwelijks zenuwachtig over. Hooguit over dat ik daar niet nerveus over was. Topspullen niet verkopen is niet zo erg, want die worden meer waard dan de rente die ik betaal voor de lening.’

 

Metropolitan Museum

De groei is er volgens de handelaar omdat Azië steeds rijker wordt en verzamelaars uit die landen steeds vaker hun cultuurgoed terugkopen. ‘De Chinese regering is nu strenger op handel in antieke wapens omdat er in de negentiende eeuw een paar massaopstanden zijn geweest waar mensen massaal achter charismatische leiders gingen lopen en er schattingen zijn dat er zo’n honderd miljoen mensen bij zijn omgekomen. Begrijpelijk dat de huidige regering voorzichtig is. Maar in Zuidoost-Azië en India is er elk jaar meer belangstelling. Ook Amerikaanse markt is goed, vooral van Aziaten die in de VS wonen. In Indonesië mag alleen geëxporteerd worden, importeren is verboden. Maar veel Indonesiërs hebben ook een verblijfplaats in andere delen van de wereld, dan kan het wel. Er is een rijke markt met zwaarden uit verschillende delen van Azië. De bloeiperiode van Japanse zwaarden was van de laat twaalfde tot in veertiende eeuw, en dat soort stukken zijn nog steeds aan te komen. Uit China is bijna niks over, vernietigd tijdens de communistische tijd. Van wat er over is, is het beste materiaal uit de late Ming en vroege Qing periode. Vroeger kom je vrijwel niet tegen.’

'De bloeiperiode van Japanse zwaarden was van de laat twaalfde tot in veertiende eeuw, en dat soort stukken zijn nog steeds aan te komen. Uit China is bijna niks over, vernietigd tijdens de communistische tijd.'

 

Waar is het centrum van kennis? Dekker: ‘Dat is onder andere bij het Arms and Armor department van het Metropolitan Museum in New York. Daar zijn de topstukken te zien uit alle culturen en alle perioden. Ook het bij het Etnografisch Museum in Leiden liggen best bijzondere stukken, maar ik heb het gevoel dat ze daar weinig aandacht voor hebben. In het Rijksmuseum hangt een eind zeventiende-eeuw wapenrek van Cornelis Tromp dat ook geweldig is. In dat ensemble zitten zeldzame wapens uit noord Vietnam waar er lokaal niets van bewaard is gebleven. Ik heb meegeholpen met onderzoek ernaar. Tsaar Peter de Grote had een zwaard uit die serie, en ik heb er zelf ook die ik in m’n eigen collectie zal houden.’

'Vooral het traditionele staal is nauwelijks na te maken. Een origineel zwaard van vierduizend euro kost al gauw tienduizend om echt goed na te maken.'

 

Heb je veel last in de markt van nep? ‘Er is veel namaak, maar écht goed nagemaakte zwaarden zijn snel duurder dan originelen. Ik heb er een soort intuïtie voor ontwikkeld waarbij ik snel door collecties kan scrollen. Een origineel zwaard van vierduizend euro kost al gauw tienduizend om echt goed na te maken. Vooral het traditionele staal is nauwelijks na te maken. De randen moeten keihard zijn en andere delen moeten taaier zijn, anders zou het zwaard breken. Vooral Japanse zwaarden zijn heel roestgevoelig. Dit komt onder andere door de hoge koolstof concentraties in het staal. Die kristalliseren tijdens het snel koelen, waardoor een bijna glasharde snijrand ontstaat.

 

Vechtfilms

Peter Dekker handelaar in zwaarden en andere Aziatische wapens vanaf de middeleeuwen, maar met name de zeventiende tot negentiende eeuw. Maar hij is ook onderzoeker en adviseerde in de afgelopen jaren musea als het Metropolitan Museum in New York, Royal Armories in Leeds, het British Museum, Pitt-Rivers in Oxford, het Klingenmuseum in Solingen en het Rijksmuseum in Amsterdam. Waar komt Dekkers belangstelling voor wapens eigenlijk vandaan? ‘Die belangstelling ontstond toen ik als klein Haags jongetje in een Drents dorp was komen wonen. Daar was de cultuur vrij fysiek en vaak werd ik uitgedaagd om mijn lengte en mijn accent. Daarom ben ik vechtsporten judo en kendo gaan doen en via vechtsport ben ik in een wereld gekomen waar ik iets kon met mijn opstandigheid. Als klein jongetje was ik geïnteresseerd in vechtfilms zoals Karate Kid. Wat ik zag, deed ik dan na in de tuin. Mijn droom was om een Chinees zwaard te hebben en later is daar mijn belangstelling uitgekomen voor het vakmanschap van het maken ervan. Inmiddels heb ik de romantiek rondom oorlogvoering achter me gelaten. Sommige dingen zijn nog mooi, bijvoorbeeld dat de zwaarden vaak zo scherp waren dat de slachtoffers soms niet eens merkten dat ze dodelijk getroffen waren. Onnodig lijden moest worden voorkomen, daar stelden strijders een eer in. Dat zie je in hedendaagse oorlogsvoering niet meer. In deze tijd zijn we ons weer gaan realiseren dat je soms moet vechten om je vrijheid en veilige ruimte te beschermen. Net als veel mensen dacht ik dat we voorbij waren aan klassieke oorlogvoering, maar Oekraïne en de spanning rondom Taiwan laten zien dat de mensheid blijkbaar toch nog niet genoeg geleerd heeft.’

'Net als veel mensen dacht ik dat we voorbij waren aan klassieke oorlogvoering, maar Oekraïne en de spanning rondom Taiwan laten zien dat de mensheid blijkbaar toch nog niet genoeg geleerd heeft.’

 

Samoerai

Nadat hij zijn eerste antieke Chinees zwaard had gekocht, is hij ook gaan kijken naar antieke zwaarden uit omliggende gebieden als Tibet, Korea en Vietnam. ‘Samoerai heb ik lang links laten liggen, maar ik ben mij daar ook voor gaan interesseren. Het is niet voor niets zo beroemd. Ook Europees handwerk vind ik interessant, maar dat werd veel eerder dan in Azië massaproductie.’ De handelaar legt een Franse en een Nederlandse sabel op tafel die nog wel handwerk zijn. ‘Dit zijn civiele pronkstukken met sierlijke gevesten. De semi-mythologische voorstellingen zijn gebeiteld ijzer, dus niet gegoten, dat zou te broos zijn en snel breken. Het Franse zwaard werd gedragen zoals mannen nu een dure Rolex dragen, als een juweel dat laat zien hoe rijk je bent. De Nederlandse ook, maar werd daarnaast echt gebruikt om een robbertje mee te vechten tussen studenten. Het zijn zwaarden waar je niet mee kunt hakken, maar die je moest leren beheersen, waarbij je dus ook kennis moest hebben van het lichaam. Een kwestie van cultivatie dus.’

 

Is er een verschil tussen hoe men in Azië en Europa tegen vechten aankijkt? Dekker: ‘Dat ligt aan cultuur, tijd en plaats en dat wisselde altijd sterk. In Europa in de Middeleeuwen bijvoorbeeld vochten de soldaten met houten bogen, terwijl in Azië dure en complexe composietbogen werden gebruikt, meer verfijnd dus. Boogschutters waren daar dus hoger aangeschreven, terwijl het hier voetsoldaten waren. In alle culturen had je een soort ridderklasse. In Japan was dat de samoerai, in Noord-India de Rajputs en in China, onder de Qing dynastie, had je de Mantsjoes. Je werd vaak vanaf je vijfde al voorbereid als krijger. Het kwam met veel privileges, maar als het erop aankwam moest je je leven kunnen geven. Die ridderklasse hield in Europa eerder op te bestaan.’

'In Europa in de Middeleeuwen bijvoorbeeld vochten de soldaten met houten bogen, terwijl in Azië dure en complexe composietbogen werden gebruikt, meer verfijnd dus. Boogschutters waren daar dus hoger aangeschreven, terwijl het hier voetsoldaten waren.'

Qianlong

‘Een van de mooiste stukken die ik heb verhandeld is een dolk uit het keizerlijke atelier van Qianlong’, vertelt Dekker. ‘Dat was een Mantsjoe keizer uit de achttiende eeuw die erg geïnteresseerd was in vakmanschap op verschillende gebieden, van zwaarden tot aan porselein. De keizer had Hotan, een plaatsje in het zuidwesten van het Chinese Xinjiang, veroverd waar jademijnen waren en waar snijders de mooiste handgrepen maakten voor Indiase heersers. De Chinese keizer liet er zijn eigen messen en zwaarden op zetten en een van die dolken zag ik liggen bij een bekende dealer in Londen. Die handelaar dacht zelf dat het negentiende-eeuws was. De verkoop van die dolk aan een Chinese verzamelaar heeft mij op de kaart gezet. De waarde was zo groot, en ik nog redelijk “groen”, dat ik ergens opgelucht was dat ik het verkocht had! Toen er eenmaal een prijs op stond was het eng het stuk te verplaatsen! Een andere mooie deal was een samoerai kling uit de zestiende eeuw die op een of andere manier in Vietnam terecht is gekomen en daar zijn huidige monteringen kreeg. Waarschijnlijk van een van de duizenden samoerai die de burgeroorlog in Japan destijds ontvluchtten met bootjes en zich in Zuid-Oost Azië vestigden. Bijzonder vind ik dat nu alleen Japanse invloed op lokale zwaarden nog herinneren aan hun aanwezigheid in Vietnam, de nakomelingen van die samoerai gingen gewoon op in de bevolking.’

 

Dekker legt als laatste nog een ander juweel op tafel, een Indiaas zwaard met heel verfijnd goudwerk aan de grip. Op de houten schede een sticker waarop staat dat het uit het Science Museum komt. ‘Toen dit museum de deuren sloot, hebben ambtenaren de collectie verkocht via een veiling. Die hadden vaak geen idee wat de waarde was van de spullen. Een gelukje voor de handel.

Mandarin Mansion

antiques www.mandarinmansion.com

Haarlem the Netherlands

mail:     peter@mandarinmansion.com

phone:     +31623373442

 

[2023]

Ko-Hoki provincie zwaard, toegeschreven aan Sadatsuna, actief rond 1180 A.D.

'Vooral het traditionele staal is nauwelijks na te maken. De randen moeten keihard zijn en andere delen moeten taaier zijn, anders zou het zwaard breken.'

IMG_0170.jpeg
DSC06771.JPG
served.png
bottom of page