top of page
photo.jpg

Sharinne Ibrahim, advocate met Egyptische vader

 

‘Doorzetten en inleven’

Tekst: Koos de Wilt | Fotografie: Rachel Corner

 

Als jongeman in Egypte was mijn vader een goede voetballer. Op zijn achttiende kreeg hij een profcontract aangeboden in Libanon en zonder medeweten van mijn opa en oma ging hij erop in en vertrok naar de club die een reputatie had vergelijkbaar met die van Ajax hier. Het was een jongensdroom. Vanuit Libanon maakte hij niet veel later nieuwe plannen om met een vriend naar Canada te gaan. Tijdens een vakantie in Griekenland kwam hij echter een Nederlands meisje tegen met wie hij uiteindelijk trouwde. Het meisje was mijn moeder en een tijdje later werd ik geboren hier in Nederland. Toen mijn ouders hier in Venlo waren neergestreken, heeft mijn vader hier nog een tijdje bij VVV gevoetbald, maar hij kreeg te maken met de toenmalige regel dat een club maar een beperkt aantal buitenlandse spelers mocht opstellen. Ondertussen was hij ook een andere carrière opgestart en is hij uiteindelijk bij Rank Xerox beland. Daar werkt hij nog steeds. Mijn moeder is chemisch analist in het Radboud ziekenhuis. 

 

Ik kom zelf eens in de twee jaar in Egypte om familie te zien. De buurten van Cairo die Joris Luyendijk in zijn boeken beschrijft, zijn niet mijn wereld. Ik ken die buurten wel, maar daar is mijn vader niet opgegroeid. Bij hem was het allemaal heel westers. Het viel mij op dat mijn oma in het Egypte van de jaren vijftig veel moderner leefde dan mijn oma hier in Nederland. Daar zag je de glamour, de luxe, de korte rokjes en rokende vrouwen, terwijl het hier, tijdens de wederopbouw, allemaal heel ingetogen was. Mijn vader komt uit een milieu in Cairo waar iedereen in welvaart leeft en een studie doet, zowel de jongens als de meisjes. Het lag dus ook voor de hand dat ik ging studeren. Op de middelbare school twijfelde ik tussen de Hogere Hotelschool en de studies politicologie en rechten. Ik had veel in de horeca gewerkt en wilde daar wel in verder, maar was ook geïnteresseerd in juristerij, in het analyseren en oplossen van problemen, een studie met een meer intellectuele dan ondernemende uitdaging. Uiteindelijk heb ik dus ook voor rechten gekozen. 

 

Het eerste studiejaar in Utrecht viel tegen, maar ik heb toch doorgezet. Opzeggen zit niet in mijn karakter. Na mijn studie wilde ik terugkomen en heb hier in Venlo gesolliciteerd bij het advocatenkantoor waar ik nu werk. Ik werk nu tweeënhalf jaar als advocaat en ervaar elke dag, op verschillende manieren, als heel interessant. Het is een hele goede en brede leerschool. Het vormt je vakinhoudelijk, je presentatie wordt beter en je ontwikkeld je als mens. Waar ik ook beland, ik heb kennis en ervaring opgedaan die me later van te pas kunnen komen. 

 

Binnen mijn familiekringen is er geen verschil in opvoeding tussen jongens en meisjes. Beiden kunnen een opleiding doen en beiden kunnen gaan werken. Mijn tantes werken ook allemaal. Omdat vrouwen ook kinderen krijgen zijn de maatschappelijke eisen niet zo hoog als bij mannen. Het idee is dat je opleiding essentieel is om iets te bereiken in het leven. In Egypte wordt er veel waarde gehecht aan de opleiding en het beroep dat iemand uitoefent, vooral beroepen als dokter of advocaat. Egyptenaren zijn statusgevoelig en kunnen – eerlijk gezegd - ook wel een beetje neerkijken op mensen die niet de goede opleiding hebben, niet uit goede families komen en geen geld hebben. In Nederland maken we ons daar minder druk om. Egyptenaren zijn ook heel trots op hun cultuur van vele duizenden jaren geschiedenis. De piramiden zijn ook nog steeds uniek. Ze vinden dan ook dat zij meer bijzonder zijn dan omliggende Arabische landen. 

 

Nederlanders zijn meer nuchter als het om hun cultuur gaat. Er wordt veel verwacht van de kinderen in Egypte. Doordat mijn vader zijn eigen plannen heeft getrokken en vertrokken is, heb ik een ander voorbeeld gekregen dan veel anderen met Egyptische ouders. In Egypte doe je wat belangrijk is in de ogen van je ouders en diens ouders en dat is studeren en een zo goed mogelijke baan krijgen. Ik ben van karakter wel een streber dus ik verwacht ook veel van mezelf. Daar heb ik dus geen familie voor nodig. Maar uiteindelijk gaat het er ook om dat je gelukkig bent en de dingen doet die bij je passen. Doordat ik zowel Nederlands als een Egyptische achtergrond heb, komen beide overtuigingen terug. Mijn vader is er heel trots op dat ik gestudeerd heb en nu werk als advocaat, maar als ik uiteindelijk voor iets anders zou kiezen zou hij dat ook goed vinden. Mijn vader heeft ook zijn hart gevolgd en heeft daarbij gestreefd het zo goed mogelijk te doen. 

 

Ik zou mij kunnen voorstellen dat ik ooit in Egypte zou gaan wonen, al spreek ik de taal niet. Daarbij zal ik ook veel moeite hebben mij aan te passen aan de cultuur van wie je bent en wat je doet. Het is een hele materialistische wereld. In die zin ben ik heel Nederlands. De relaxtheiden nuchterheid hier zijn wel heel bijzonder en plezierig. Vooral bij jongere generaties in Egypte is de statusgevoeligheid en het materialisme heel sterk voelbaar. Dat was vroeger minder. Ik was kort geleden in Egypte aan zee en daar kan je de vraag krijgen als: ‘Wat voor auto heb jij van je vader gekregen?’ Dat kennen wij in Nederland helemaal niet! Zeker als je ziet hoeveel armoede er in Egypte is, kan ik mij daar ook kwaad over maken. Maar mensen blijven daar veel in een kringetje hangen en nemen de wereld zoals die is. Welvarende ouders sturen hun kinderen naar de Amerikaanse universiteit en kennen ook alleen mensen die dat ook doen. Ze kijken niet veel verder.  

 

Ik heb een Nederlandse vriend, iemand die ruim denkt en mijn wereld begrijpt en die van mijn vader en zijn familie. Het gaat om inleving. Dat geldt ook voor mezelf. Het grootste voordeel van mensen die uit meerdere culturen voortkomen is dat ze automatisch een bepaald inlevingsgevoel meekrijgen. Iedereen kan dat hebben, maar biculturelen krijgen dat vanzelf mee. Je hebt altijd twee kanten van de zaak en in elk gesprek komen die kanten ook tot uitdrukking. En dat is handig in de advocatuur ook, want daar doe je niets anders. Daar wordt je geacht dingen van verschillende kanten te kunnen bekijken. Ook het diplomatieke dat bij de functie hoort, krijg je daardoor mee. Dus voordat je iets zegt, eerst eens rustig luisteren en nadenken waarom iets zegt en daarna pas een mening vormen.

 

Ik geloof, maar ben geen praktiserend moslim. Pas toen ik op de middelbare school zat, een katholieke school, ben ik mij bewust geworden van een islamitische achtergrond. Wij vieren thuis kerst, maar ook het einde van de ramadan. Het was voor mijn vader meer iets cultureels dan iets van het geloof. Maar hoe ouder hij wordt, hoe meer ook het geloof aandacht van hem krijgt. Hij drinkt bijvoorbeeld geen alcohol meer. Hij is daar niet fanatiek in, maar hij denkt eerder: dat heb ik niet nodig. Ik haal zelf uit verschillende geloven inspiratie. Ik zie de drie wereldgodsdiensten ook in elkaar verlengde. Het joodse is het oudste, daarna het Christendom en van daaruit is de Islam voorgekomen. Uiteindelijk zie ik één basisidee in deze drie geloven. De normen en waarden zijn ook vergelijkbaar. Wat we op dit moment zien, is dat het islamitische geloof scherpe kantjes heeft, maar dat is een uitingsvorm die je ook in andere geloven zou kunnen vinden. Dat heeft het ook gedaan in het verleden. 

 

Door wat er allemaal gebeurd is – vooral – sinds 11 september heb ik de behoefte gekregen het verhaal van twee kanten te willen zien om de gemoederen tot bedaren te brengen. Voor 9/11 was ik alleen Nederlandse en sindsdien realiseerde ik mij dat er ook nog iets anders in mij zat. Ik ga daarmee niet de straat op, maar binnen mijn vriendenkring probeer ik dingen te verklaren. In deze regio rond Venlo hebben veel mensen op Wilders gestemd, maar dat heeft, naar mijn idee, meer te maken met het feit dat hij hier in de buurt vandaan komt, dan dat we nu zo grote problemen hebben met de allochtonen–autochtonen-problematiek. Het is meer een chauvinistisch gevoel.  

NRC Handelsblad over De weg naar succes

'De weg naar succes is moeizaam. Een lijdensweg soms. Maar wel de moeite waard. Dit is niet de boodschap van een somber zelfhulpboek, maar de rode draad van een bundel portretten van carrièrevrouwen met verschillende culturele achtergronden.’

Luister hier naar een interview met Koos over het boek

Lees andere voorbeelden

bottom of page