top of page

Zelfportret met de onderarm leunend op een stenen dorpel, Rembrandt van Rijn, 1639, ets en droge naald, geretoucheerd met zwart krijt, h 206mm × b 164mm

RP-P-1962-10 (1).jpg

Christus aan het volk getoond: liggende plaat, Rembrandt van Rijn, 1655, droge naald, h 383mm × b 455mm

 

De predikende Christus (De Honderdguldenprent), Rembrandt van Rijn, ca. 1646 - ca. 1650ets, droge naald en burijn, h 282mm × b 395mm

Waterende vrouw, Rembrandt van Rijn, 1631, ets, h 79mm × b 63mm

 

Zelfportret met baret en opengesperde ogen, Rembrandt van Rijn, 1630,  ets, h 50mm × b 45mm

 

Bruggetje bij buitenplaats Klein-Kostverloren met gezicht op Ouderkerk aan de Amstel, Rembrandt van Rijn, 1645, ets, h 125mm × b 223mm

De drie kruisen, Rembrandt van Rijn, 1653, droge naald en burijn, met plaattoon, h 387mm × b 455mm

ansichtkaart-jan-six.jpg

Jan Six, Rembrandt van Rijn, 1647ets, h 244mm × w 191mm

Rembrandt van Rijn als grootste etser volgens Evert Douwes jr.

 

EEN BEREIKBARE REMBRANDT

 

Wereldberoemd werd Rembrandt van Rijn (1606-1669) niet alleen door zijn schilderijen, maar misschien nog wel meer door zijn etsen. Deze prenten, die hij vaak tijdens zijn leven zelf afdrukte, verspreidde zijn naam over heel Europa. Zijn schilderijen zijn voor normale stervelingen dan wel niet te betalen en bijna nooit op de markt, een echte Rembrandt ets, afgedrukt door de meester zelf, is nog steeds te koop én ook bereikbaar, ook als je niet tot de superrijken behoort. 

 

KOOS DE WILT VOOR COLLECT

Gedurende zijn leven zijn er 315 koperplaten gemaakt door Rembrandt zelf. Het is niet precies uit te maken hoeveel afdrukken ervan zijn gemaakt. Vermoedelijk heeft hij er zelf gemiddeld zo’n zestig tot honderd afgedrukt per prent en van zijn droge naald etsen zo’n vijftig. Een sommetje leert dat er in veilingtermen kan worden gesproken van een echte markt, zeker als er nog veel late afdrukken van in omloop zijn. Evert Douwes jr. is sinds 1770 de zevende generatie van de Amsterdamse kunsthandel Douwes Fine Art en biedt Rembrandt etsen aan in de Amsterdamse galerie en op beurzen als de TEFAF en PAN. Douwes: ‘In het begin van de twintigste eeuw heeft onze galerie wel wat Rembrandt schilderijen verkocht. Maar die kom je niet meer zo snel tegen. In de zeventiger jaren werkte ik een tijdje bij Galerie Kornfeld in Bern, een autoriteit op het gebied van grafiek. Daar heb ik veel geleerd over Rembrandt etsen en toen ik in het familiebedrijf ben gaan werken, ben ik begonnen met een handel in die etsen.’ Volgens Douwes zijn er jaarlijks via veilingen en privéverzamelingen zo’n honderd zeventiende-eeuwse prenten van Rembrandt op de markt. In Amerika zijn er wel zo’n duizend latere afdrukken in omloop. Douwes is ze tijdens zijn carrière vaak tegengekomen: ‘Er zijn tachtig originele platen bewaard gebleven. In 1937 had het Rijksmuseum de gelegenheid deze te kopen van een Amerikaanse verzamelaar. Dat hebben ze toen niet gedaan en toen zijn ze in een kluis beland. Uiteindelijk zijn ze in 1993 aangeboden bij een handelaar in Londen. Ik heb er toen zelf eentje gekocht in de tijd dat we daar een gallery hadden. Later heb ik die weer verkocht aan een grote Nederlandse Rembrandtetsenverzamelaar, een goede vriend van mij. Hij heeft nu zo’n 130 afdrukken, zeventiende-eeuwse tot negentiende-eeuwse. originele exemplaren door Rembrandt zelf afgedrukt en ook (veel) latere, achttiende-eeuwse afdrukken. De collectie is vooral interessant voor educatieve doeleinden.’  

 

Tegenwoordig kennen we Rembrandt vooral van zijn schilderijen, maar zijn internationale vroege bekendheid is voor een niet onbelangrijk deel gebaseerd op zijn etsen.

Rembrandt wereldberoemd door zijn etsen

Tegenwoordig kennen we Rembrandt vooral van zijn schilderijen, maar zijn internationale vroege bekendheid is voor een niet onbelangrijk deel gebaseerd op zijn etsen. Eigenlijk is er geen schilder die zo veel etsen heeft gemaakt als hij. In de tijd dat er nog geen musea waren, kregen kunstenaars bekendheid door prenten, zoals Rubens ook buiten Antwerpen nog beroemder werd door de gravures die hij had laten maken van zijn werk. Rembrandt was maar in een paar fases van zijn leven heel actief met het maken van etsen. Eind jaren twintig en begin jaren dertig van de zeventiende eeuw, toen hij als twintiger nog in Leiden woonde, maakte hij per jaar zo’n twintig kleine etsen, vlot en naar het leven. Toen hij in 1631 als half twintiger in Amsterdam kwam, maakte hij er nog maar zo’n vijf a tien per jaar. Zijn agenda was in die tijd gevuld met het maken portretten en andere opdrachten. Vanaf de tijd dat hij de Nachtwacht schilderde, hij was toen half dertig, nam de etsenproductie weer toe. Gezegd wordt wel dat zijn vrouw Saskia, die dochter was van een Leeuwardse burgemeester, goed om kon gaan met deftige klanten en de verkoop van schilderijen opschroefde. Rembrandt zelf was daar minder bedreven in. Toen Saskia overleed, nam ook de schilderijenproductie flink af en nam de etsenproductie weer toe. 

 

Vingerafdrukken 

De Rembrandtkenner Ernst van de Wetering heeft eens gezegd dat het genie van Rembrandt zich toont in zijn etsen. Daarin zie je hoe hij dacht en werkte. Waar je bij Rembrandts schilderijen met röntgenapparaten onder de verf moet kijken hoe hij tot zijn uiteindelijke werk is gekomen, zie je dat bij etsen in de verschillende staten. Ook in het gebruik van de droge naald zie je zijn handschrift. Bij het rechtstreeks krassen in de plaat ontstaat langs de lijnen een opstaand randje koper, waarachter bij het inkten van de plaat inkt blijft hangen. Dat zorgt voor een rafelig, fluwelig effect op de lijnen. Hij creëerde daarmee tussentonen tussen wit en zwart. Aanvankelijk corrigeerde Rembrandt vooral met de droge naald, later is hij de braamwerking steeds bewuster gaan gebruiken om artistieke effecten na te streven. Nadeel van de braam is dat het relatief snel slijt. Na ongeveer dertig afdrukken blijft er een dun lijntje over, zonder de expressie van de eerdere. 

 

Aanvankelijk corrigeerde Rembrandt vooral met de droge naald, later is hij de braamwerking steeds bewuster gaan gebruiken om artistieke effecten na te streven.

Zijn beroemdste etsten maakte Rembrandt aan het eind van de jaren veertig en begin jaren vijftig, zoals ‘De Honderd guldenprent’ (ca. 1648-1650), ‘De drie kruisen’ (1653) en ‘Ecce Homo’ (1655). De ets met de lezende Jan Six (1647) is ook zeer prijzig. Van deze laatste zijn er maar weinig afgedrukt aangezien Rembrandt de etsplaat verkocht aan de familie Six. Rembrandt drukte, anders dan zijn tijdgenoten, zijn prenten zelf af, vandaar dat je OP de afdrukken soms wel zijn vingerafdrukken vindt. In ieder geval is vaak te zien hoe hij, vlak voor het afdrukken nog wat bijwerkte met zijn vingers of een mesje. 

 

Er zijn ook veel afdrukken, weliswaar van originele platen, maar in latere staten geproduceerd in de achttiende en negentiende eeuw. Een deel uitgevoerd met een zogeheten mezzotint wiegijzer, een soort plamuurmes waarmee de koperplaat wordt geruwd. Dat wiegijzer was tijdens Rembrandts leven onbekend en dus zijn alle afdrukken waar dat instrument is gebruikt van ná 1669, het jaar dat de meester stierf. Na Rembrandts dood zijn het onder andere de prenthandelaar en uitgever Pierre François Basan en zijn zoon die in de late achttiende eeuw in Parijs heel veel afdrukken hebben gemaakt. In de negentiende eeuw was het de Franse prentmaker Amand Durand die een fotomechanisch procedé had ontwikkeld om kopieën te maken. Hoe herken je een echte Rembrandt ets? Douwes: ‘Bij een prent die Rembrandt zelf afdrukte, zijn de lijnen dik en rijk. De droge naald, die lijnen die eroverheen liggen, zijn dunner en geven een beetje braam. Als je er een reproductie naast legt zie je dat die veel platter is, alles is hetzelfde, het ziet eruit alsof het mechanisch in een keer tot stand is gekomen, zonder al het artistieke zoekwerk dat Rembrandt zelf liet zien.’ 

 

Een paar stuivers

Andere kunstenaars hadden vaak een definitieve staat, een fase dat het werk definitief af was en waarvan te verkopen afdrukken werden gemaakt. Rembrandt maakte relatief veel staten (en drukte ook de vroege staten in aanzienlijke aantallen af,) waarvan de belangrijkste exemplaren vaak op kostbaar Japans papier. Prenten kostten in Rembrandts tijd gemiddeld een of twee stuivers. Grotere etsten van zijn hand waren acht a tien stuivers tot boven een gulden. Beroemd is een van de verhalen van (de) Rembrandts eerder genoemde ‘Honderd guldenprent’. Zes jaar na het maken ervan bluft een Antwerpse handelaar dat de ets ‘Christus geneest de melaatsen’ voor honderd gulden en meer werd verkocht in Holland. Hij biedt de prent overigens aan voor dertig gulden, maar toch. Dat deed Rembrandt om nog meer omzet te draaien, zo beweerde de schrijver Arnold Houbraken, die een generatie na Rembrandt leefde. Houbraken roddelde dat Rembrandt een verkooptrucje had waarbij hij steeds kleine veranderingen aanbracht op zijn etsen om van dezelfde prent steeds opnieuw af te drukken en op de markt te brengen. Het paste zeker bij het commerciële karakter van de meester, maar het kan ook simpelweg zo zijn geweest dat Rembrandt al zoekende naar de perfecte compositie simpelweg bedacht dat hij die tussenfases ook wel kon verkopen. En terecht. 

 

‘Bij een prent die Rembrandt zelf afdrukte, zijn de lijnen dik en rijk. De droge naald, die lijnen die eroverheen liggen, zijn dunner en geven een beetje braam.’ 

Rembrandt te koop!

Wat kost een Rembrandt ets eigenlijk? In juli 2018 heeft de grote prent van de Bijbelse scène ‘Ecce Homo’ uit 1655 bij veilinghuis Christie's in Londen zo'n drie miljoen euro opgeleverd. Deze laat een gegeselde Jezus zien. De afbeelding was al wereldberoemd aangezien zeven andere afdrukken van deze etsplaat eigendom zijn van grote internationale musea. Het kunstwerk was waarschijnlijk tot 1760 eigendom van de Nederlandse etser en kunsthandelaar Pieter IJver, daarna kwam de prent in handen van Duitse adel. Etsen van Rembrandt worden vaker geveild dan Rembrandts schilderijen. In juli 2016 bijvoorbeeld zijn bij Christie’s in Londen vijftig etsen van Rembrandt geveild voor een totaalbedrag van ruim twee miljoen euro, dus zo’n veertigduizend per stuk. Deze portretten, landschappen en taferelen kwamen uit de privé-collectie van een Engelsman die ze tussen 1959 en 1968 als belegging had aangeschaft en onder zijn bed bewaarde. 

 

Bij Sotheby’s werd in maart 2018 een Jan Six verkocht voor 8.528 euro en een paar jaar geleden eentje voor 560 duizend euro. Waar zit het verschil in prijs in? Douwes: ‘De waarde van een afdruk is afhankelijk van veel factoren. In de eerste plaats: is het wel uit de tijd. Tevens gaat het dan bijvoorbeeld over de aard van de afbeelding, de datering en de signatuur en uit welke collectie die komt. Heel belangrijk is het papier dat is gebruikt, de conditie van de prent en hoe die langs de rand is afgesneden. Bij de prenten spelen daarnaast ook zaken als het aantal staten en afdrukken van de prent en heel belangrijk: of Rembrandt de prent heeft nabewerkt en zelf heeft afgedrukt.’ Meestal zijn de etsen van Rembrandt ook voor de niet superrijke verzamelaars te betalen, concludeert de Amsterdamse handelaar Douwes: ‘Als het gaat over een zeventiende-eeuwse of achttiende-eeuwse afdruk kan het gaan om een prijs van tien staat tot twee. De gemiddelde prijs van een goede (ets en) zeventiende-eeuwse ets ligt tussen de tien- en dertigduizend euro en uit de achttiende eeuw tussen de twee- en zesduizend. Niet lang geleden stapte een Amerikaans stel, die met hun reisgroep het Rijksmuseum in was geweest, onze galerie binnen en kocht twee etsen voor ruim 30 duizend euro. Ze zijn het waard.’

 

[2019]

bottom of page