Voor het boek De weg naar succes interviewde Koos de Wilt 18 allochtone vrouwen op hun weg naar succes. Wat zijn hun professionele ervaringen en hun levenservaringen?
NRC over De weg naar succes
'De weg naar succes is moeizaam. Een lijdensweg soms. Maar wel de moeite waard. Dit is niet de boodschap van een somber zelfhulpboek, maar de rode draad van een bundel portretten van carrièrevrouwen met verschillende culturele achtergronden.’
Andere verhalen
Naam: Yeşim Candan
Geboren: 12-05-1975
Opleiding: WO bedrijfskunde
Beroep: programma directeur diversiteit de Baak
Levensmotto: Het onmogelijke mogelijk maken
Yesim Candan, Turkse
‘Alles wat je aandacht geeft groeit’
Yesim Candan woont in Amsterdam waar ze met haar spontane, Turkse houding vaak in botsing komt met de Amsterdammer die heel erg met zichzelf bezig. Het Turkse in haar wil uit haar hart leven en zeggen waar dingen op staan. ‘Dat is wat Turken kunnen bijdagen aan de Nederlandse cultuur.’ (2009)
Yesim Candan (32) woont in Amsterdam, maar is in Rotterdam geboren uit ouders van een klein dorpje in de buurt van Ankara, vlakbij het zoutmeer Tuz Gölzü. Ze woonde 24 jaar in Rotterdam en mist soms nog het gemak waarmee Rotterdammers met elkaar contact maken. ‘Amsterdammers zijn meer met zichzelf bezig. Na mijn studie Bedrijfskunde aan Nyenrode ben ik hier in Amsterdam beland en werd productmanager van een fastmover in chemische producten. Maar ik voelde me daar heel zielig en diepongelukkig. Mijn collega’s gingen uit hun dak als het marktaandeel` van hun schoonmaakproduct vergroot werd. En ik dacht: Is dit het nou? Na een jaar ben ik daar weggegaan en ben een jaar werkloos geweest. Halverwege ben ik toen als au pair gaan werken van drie bijdehante meisjes in Amsterdam-Zuid. En dat was super leerzaam. Ik werd er voor het eerst echt geconfronteerd met hele reële levensvragen. Dingen waar het werkelijk om gaat, zoals bijvoorbeeld geduld hebben. Ik ben in die tijd gaan naden`ken over wie ik ben en wat ik wil. Ook over wat ik met het geloof heb. Relegie vind ik een individuele kwestie en is iets van je hart en daar mag niemand zich mee bemoeien. Ik was een keer bij een bijeenkomst waarbij een Islamitische jongen mij zei dat ik geen echte moslim kon zijn omdat ik met een Nederlander getrouwd was. Ik sprong toen uit mijn vel! Ik heb hem de huid helemaal vol gescholden. “Door mensen zoals jij wordt Nederland verziekt”, zei ik. Ik ben islamitisch, een liberaal moslim en geloof op mijn eigen manier. Ik geloof absoluut in een god. Ik ben nu een mooie, niet negatieve vertaling van de Koran aan het lezen en wat ik eruit oppik is: ‘what goes around comes around’. Alles wat je creëert in je leven doe je zelf. Als je niet eerlijk bent, krijg je dat ook weer terug en visa versa.’
'Ik ben nu een mooie, niet negatieve vertaling van de Koran aan het lezen en wat ik eruit oppik is: ‘what goes around comes around’. Alles wat je creëert in je leven doe je zelf. '
‘Tijdens mijn au pair periode had ik besloten dat ik bij Warchild, Amnesty of Greenpeace zou gaan werken. Ik wist het zeker dat daar mijn pad lag. Maar dat bleek een illusie te zijn. Alle deuren bleven dicht voor mij. Ik dacht toen: hoe kan dat nou? Ik wilde zó graag en was zo gemotiveerd! Ik weet nog dat ik naar Unicef belde en daar meer arrogantie ervoer dan bij Unilever en Procter & Gamble bij elkaar. Ik merkte toen ook hoe commercieel die organisaties zijn. Te zakelijk voor hun humanitaire taak, vind ik. Ik ontmoette toen een vrouw die me zei: ‘Luister eens Yesim, als alle deuren voor je dicht zijn, dan is het not mend to be. Zei adviseerde mij om het los te laten en erop te vertrouwen dat er dan vanzelf iets moois op mijn pad zou belanden.’ Ik wilde dat helemaal niet, was verkrampt, maar – erover nadenkend – voelde toch dat ze gelijk had. Toen heb ik het losgelaten en kwam er post thuis van De Baak, op naam, voor mij. Ik las het dacht: hier moet ik zijn! Toen heb ik ze drie maanden lang gestalkt, tijdens een personeelsstop nog wel, en uiteindelijk zeiden ze: alsjeblieft, kom maar bij ons werken. Jij hebt zo’n doorzettingsvermogen.’ Inmiddels is Yesim sinds 3,5 jaar, een paar jaar programmamaker bij het De Baak, het Management Centrum VNO-NCW en houdt zich als programmamaker bezig met diversiteit. Daarnaast is ze oprichter/initiatiefneemster van de contest ‘Inspiratie voor integratie’ en geeft ze colleges en lezingen over de kracht van biculturaliteit, over netwerken en inspiratie.
Ik zie het leven als een boom. De stam staat vast, dat kan je niet veranderen. De takken zijn de keuzes die je maakt in het leven en de blaadjes zijn de mensen die je daar ontmoet.
‘Ik heb ervaren dat alles waar je aandacht naar toe gaat ook groeit. Zowel in positieve als negatieve zin. Ik wil me dus ook alleen maar richten op het positieve. Maar: om ergens te komen moet je door hele diepe dalen gaan. Als je geen dieptepunten in je leven kent, dan word je niet succesvol. Je moet af en toe diep in de modder zitten en bijna verdrinken. Daar word je sterker van. Ik zie het leven als een boom. De stam staat vast, dat kan je niet veranderen. De takken zijn de keuzes die je maakt in het leven en de blaadjes zijn de mensen die je daar ontmoet. Uiteindelijk heb je een kern, een stam waaraan je niet kunt en niet moet willen ontsnappen. Sommige dingen staan in de sterren, zoals beschreven in Coelho’s Alchemist. Maar dat laat onverlet dat je met wilskracht heel veel kunt bereiken. Dat bewees de bokser Muhammad Ali in de zogenaamde rumble in the jungle in Kinshasa in 1974. Hij heeft mij geleerd wat visualisatie is en wat de kracht daarvan is. Hij wíst dat hij minder sterk was dan zijn tegenstander, de wereldkampioen George Foreman, maar tóch won hij uiteindelijk van hem in die beroemde boksstrijd. Dat deed hij door slim te spelen, door zichzelf de greatest te noemen en aan zelfmotivatie te doen. Ik gebruik deze visualisatietechniek ook in mijn werk. Ik geloof er heel erg in dat je dingen zelf creëert in je hoofd. Als je negatief denkt, dan krijg je negatieve dingen terug. Ik zoek daarom ook positieve mensen op en vermijdt negatieven. Als mensen mijn persoonlijke missie sarcastisch afkraken dan denk ik dat mensen dat doen omdat ze zelf geen missie hebben in hun leven. Ik wil omringd zijn door mensen die mij inspireren.’
'Ik heb nu ook een brief geschreven aan Barack Obama dat ik hem wil ontmoeten. Ook daar kreeg ik weer hoongelach over. Maar wacht maar: ik ga hem ontmoeten!’
‘Niet te durven gaan voor je droom is iets Nederlands. Doe maar gewoon... Iedereen lachte mij uit toen ik Balkenende een brief stuurde om betrokken te zijn bij mijn project ‘Inspiratie voor integratie’. Ik heb die brief toch geschreven, geheel uit mijn hart, heel persoonlijk. En ik weet het nog precies: een paar weken later werd ik gebeld in de auto. Ik had keiharde hard rock muziek aan en nam de telefoon op ondanks dat ik door mijn werk wist dat ‘privé-nummer’ op mijn schermpje vaak ‘belangrijk’ en ‘Den Haag’ betekent. Het bleek een medewerker van Balkenende te zijn die mij vroeg of ik Balkenende in het Torentje wilde ontmoeten en een lezing te geven. Ik reed de auto voor me bijna aan, zo opgewonden was ik! Ik heb toen een heel mooi gesprek met Balkenende gehad en vanaf dat moment ben ik een absolute fan van hem. Hij is zo warm en zo oprecht. Ik heb toen gespeecht en heb hem gevraagd ‘Inspiratie voor integratie’ te openen. Dat heeft ie gedaan. Daarna heb ik nog een cadeautje en een brief van hem gekregen met de boodschap dat ie heel erg belangrijk vind wat ik doe. Ik heb nu ook een brief geschreven aan Barack Obama dat ik hem wil ontmoeten. Ook daar kreeg ik weer hoongelach over. Maar wacht maar: ik ga hem ontmoeten!’
'Ik spreek uit mijn hart. Dat is Turks. Als het eten bagger is in een restaurant, dan zeg ik dat ook.'
‘Inspiratie voor integratie’ is gestart uit wrevel over de vooroordelen omtrent allochtonen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Een biculturele achtergrond is juist een kracht in de ‘global society’. Wanneer je verschillen erkent, kun je die omzetten in een bundeling van krachten en zo ontstaat meer eenheid en positiviteit. Het is een grote fout nu dat Nederlanders van allochtonen eisen dat ze Nederlands zijn. Juist mijn Turkse achtergrond, mijn brutaliteit bijvoorbeeld, zoals de brief aan Balkenende, is heel zinvol. Ik spreek uit mijn hart. Dat is Turks. Als het eten bagger is in een restaurant, dan zeg ik dat ook. Ik betaal er toch voor! Dat is een waarde die heel bruikbaar is in Nederland. Ik ben Turkse vrouw, ik voel me Turks. Mensen in Nederland maken de fout te denken dat als je hier geboren bent, je je dan ook gelijk Nederlander moet voelen. Maar thuis word je opgevoed met Turkse waarden en normen en met Turkse tradities. Buiten moet je de knop omzetten om Nederlands te zijn. Door die switch ben ik een verrijking voor het bedrijfsleven. Mijn hart en ziel zijn Turks met Nederlandse ogen. Ik ben ervan overtuigd dat als we dit begrijpen, dat dan is het integratieprobleem opgelost. Maar dat begrijpt niemand nog in Nederland! Behalve Balkenende, zo lijkt het! Je wordt hier gedwongen te kiezen. Vreemd, je hoeft toch ook niet te kiezen tussen je vader en je moeder? Ik hou ook van Nederland. Het is allebei.’
(2009)