Een tentoonstelling van de Rotterdamse fotograaf Jan Henderik (1935-2018) bij Weisbard in Rotterdam. Vanaf 8 februari 2023.
Karl Weisbardstraat 175
3015 GM Rotterdam
Email: info@weisbard.nl
Een van de kamers stond vol met dozen, ordners en ladekasten gevuld met afdrukken, dia’s, negatieven, contactvellen en films. Het was een oeuvre van veertig jaar fotograferen.
Binnenkijken bij galerist en schrijver Hugo Borst
‘Werk om nooit te vergeten’
Een fotoboek en een tentoonstelling van de Rotterdammer Jan Henderik (1935-2018) wiens foto’s ooit bekend waren uit de bladen en reclamecampagnes, maar die bijna was vergeten. Zijn dochter Marleen nam het op voor de kunstenaar die haar vader ook was. Galerist, verzamelaar en schrijver Hugo Borst over zijn stadsgenoot.
Tekst en beeld van Koos de Wilt voor COLLECT
De weduwe van de Rotterdamse fotograaf Jan Henderik overleed op oudejaarsdag 2020, twee jaar na haar man. Hun huurwoning moest versneld worden leeggeruimd, waaronder een van de kamers die volstond met dozen, ordners en ladekasten gevuld met afdrukken, dia’s, negatieven, contactvellen en films. Het was een oeuvre van veertig jaar fotograferen. Via dochter Marleen en bevriend fotograaf Vincent Mentzel kwam het materiaal terecht bij expert foto- en kunstcollectie Stadsarchief Rotterdam, Wanda Waanders. Zij en ook Wim Pijbes van Stichting Droom en Daad waren al snel overtuigd van het belang van deze collectie. Nu is het opgenomen in de collectie van Stadsarchief Rotterdam, is er een fotoboek en een tentoonstelling over zijn werk bij Galerie Weisbard.
Galeriehouder Hugo Borst ontvangt zijn gast in een stemmig zwart outfit met speldje van zijn favoriete club Sparta.
Galeriehouder Hugo Borst ontvangt zijn gast in een stemmig zwart outfit met speldje van zijn favoriete club Sparta. Hij speelt galeriehouder, zo vindt hij, maar is vooral bekend van veel andere activiteiten. Hij is voetbaljournalist, radiopresentator, televisiepersoonlijkheid en schrijver van boeken met onderwerpen als beroemde en vergeten voetbalhelden tot aan het medisch relaas over zijn dementerend moeder. Zo eclectisch en uitgesproken als hij zelf is, zo is ook zijn galerie in Little C, een nieuw en New Yorkachtige wijkje tussen het bijna gesloopte Dijkzigt Ziekenhuis en de straat waar vroeger de beroemde tippelzone aan de G.J. de Jonghweg was. ‘Deze ruimte heb ik gekocht en ik heb er een stichting van gemaakt waar ik jonge kunstenaars of kunstenaars die niet meer bestaan of dreigen te worden vergeten een plek te geven. Per jaar willen we zes of zeven exposities doen. We zijn nog maar een jaar bezig, maar hebben al een tentoonstelling gehad over outsiderkunstenaar Willem van Genk (1927-2005), met foto’s van de Belgische zanger van dEUS Tom Barman en met assemblages of diorama’s van Harry de Winter.’
Sport en kunst
Niet alleen het werk van de kunstenaars dat hij brengt dreigde te worden vergeten, ook de naamgever van de galerie. Karl Weisbard (1877-1942) was een ondernemer die in Rotterdam bioscopen en theaters had. Hij is eigenlijk de onbekendere Abraham Tuschinski en ook hij werd vermoord in een vernietigingskamp, zo legt Borst uit. In Little C zijn straten naar beide heren vernoemd, en nu dus ook deze culturele plek. Tijdens het afnemen van het interview is hier nog een tentoonstelling te zien over voetbal en kunst, met onder andere werk van Bob van Persie, de vader van Robin, de anonieme voetbalvelden van Hans van der Meer, een litho van Johan Cruijff van Marlene Dumas, het iconische voetbalportret uit 1967 van de voetballers Klaas Nuninga, Sjaak Swart, Johan Cruijff en Piet Keizer van Paul Huf, een foto uit 1969 van Feyenoordpubliek van Vincent Mentzel en onder andere een voetbalveld van de jonge schilder Marloes Roeper. ‘Die laatste heb ik al twintig keer kunnen verkopen.’
Zo eclectisch en uitgesproken als Hugo Borst zelf is, zo is ook zijn galerie in Little C, een nieuw en New Yorkachtige wijkje tussen het oude Dijkzigt Ziekenhuis en de straat waar vroeger de beroemde tippelzone aan de G.J. de Jonghweg was.
Midden in de galerie ook een ouder schilderij van Klaas Gubbels. Geen theepot, maar een leeg doel met, tussen de netten in, een uitsparing voor de geest van Lev Jasjin, de beroemde Russische doelman die in 1972 stopte, het jaar dat Gubbels het schilderij maakte. ‘Het schilderij heeft achttien jaar in de werkkamer gehangen van Nico Scheepmaker, de schrijver/journalist van de mooiste biografie over Johan Cruijff. Dat schilderij heb ik gekocht van Klaas. In dit werk komt veel samen: kunst, sport, schoonheid en bewondering.’ Voor de galeriehouder, de schrijver en de presentator heeft voetbal soms ook met kunst te maken. ‘Voor mij is het een logische verbinding, een cliché is het eigenlijk. Kijk naar Van Basten en je ziet dat het ballet is. De danser Clint Farha eerder Marco ooit met een choreografie. Met Henk Spaan was Nico Scheepmaker de eerste publicist die voetbal met een andere, intellectuele bril is gaan bekijken Samen met andere schrijvers ben ik in hun voetsporen getreden met bijdragen in het magazine Hard Gras.’
Teruggeven
De galerie voelt als een huiskamer waar Borst zijn gasten stuk voor stuk begroet, waaronder de sportjournalist Arthur van den Boogaard en daarna een bont gezelschap van gasten die hij kent uit zijn rijke, brede netwerk. En een begroeting wordt steeds een uitgebreid dialoog over voetbal, over kunst, over politiek en over de rest van de wereld. Maar hier gaat het meest over kunst, zo benadrukt Borst. ‘Met deze galerie kan ik mensen introduceren in de kunst die er minder mee bekend zijn en nu hier mooie dingen kunnen zien op het snijvlak van verschillende werelden. En omdat de galerie niet mijn boterham is, hoef ik mensen ook niet te pushen iets te kopen. Ik ben een beetje missionaris voor de kunst, zonder een koopman te hoeven zijn.’
In de tentoonstelling betoverend kleurenfoto’s van een halve eeuw geleden van een bedoeïenstam in Marokko en Tunesië.
Borst weet niet waarom, maar neemt het graag op voor mensen die buiten de boot dreigen te vallen. ‘Ik hou van Francis Bacon, maar ook van de marginaalste kunstenaar die briljant kan zijn, maar ongezien’, zegt hij. ‘Ik heb als tien- twaalfjarige gevoetbald met de allerbeste voetballer van de wereld, maar die dat door omstandigheden niet is geworden. Ik stond als middelmatige spelertje met Heintje, een zwart jongetje, in het veld en wij waren allemaal flabbergasted over zijn spel! Maar tijdens de wedstrijden op de Zuid-Hollandse eilanden werd hij steeds maar weer uitgescholden en gediscrimineerd. Ik voel me redelijk geprivilegieerd in Nederland en heb het geluk gehad dat bij mij vaak het dubbeltje precies de goeie kant opviel. Ik ben hier toevallig geboren en kan hier zeggen en doen wat ik wil, ik mag brutaal en anarchistisch zijn. Daarom wil ik misschien graag iets teruggeven. Met deze tentoonstelling van het werk van Jan Henderik bijvoorbeeld, een kunstenaar die dreigde te worden vergeten. Net als het boek laat de tentoonstelling Originals zien hoe eclectisch zijn werk is. Er is geen thematische of chronologische orde aangebracht, het toont de bruisende vitaliteit en diversiteit van de kunstenaar. In het boek bij Hannibal Books en de tentoonstelling ontstaan zo visuele verbintenissen, soms duidelijk, soms subtiel en soms onverklaarbaar en subjectief.’
Bijna vergeten
De lijn tussen bekend zijn en worden vergeten is dun, zo weet Borst. ‘Veel van Henderiks beelden waren in hun eigen tijd heel bekend. Hij maakte de eerste cover van het destijds feministische blad VIVA en de TrosKompas, hij maakte reportages voor het legendarische Avenue en voor Lintas, het reclamebureau van Unilever waar hij lang voor werkte, schoot hij onder andere het beeld van een bekend affiche voor abortus, een foto met een appel die doorboord wordt met een breinaald. Maar wie weet dat nog? Marleen is zijn dochter en heeft ervoor gezorgd dat het werk van haar vader niet wordt vergeten. Zij vertelde mij dat ik een keer een babbeltje had met haar vader, buiten haar winkel. Ik weet dat niet meer, vergeten. Toen ik zijn werk voor het eerst zag was ik gelijk om. Jan Henderik was een oerbron van energie, hij was zo veelzijdig dat het hem in de weg kon zitten. Zijn werk springt werkelijk alle kanten op, er is geen eenduidige lijn in zijn oeuvre te zien. Hij was overal goed in, in persoonlijke familiefoto’s en portretten, in klassieke straatfotografie à la Ed van der Elsken, in studio- en modefotografie, in documentaire en reisreportages, you name it. Zijn werk is een kruispunt waar inspiratie van alle kanten voorbijraast. In de tentoonstelling betoverend kleurenfoto’s van een halve eeuw geleden van een bedoeïenstam in Marokko en Tunesië, gestileerde Man Ray achtige zwartwit foto’s, modefotografie met zijn muze, zijn vrouw Leni als model, en bijvoorbeeld een portret van de dichter Frans Vogel vermomd als Don Corleone. Werk van een spring in het veld dus, soms druk en soms verstild. Allemaal werk dat we niet mogen vergeten.’
[2023]