top of page
IMG_8369.jpeg
cover_UED1V648U1.png
IMG_1807.WEBP
Schermafbeelding 2020-09-30 om 16.48.28.
IMG_8187.jpeg
IMG_8173.jpeg
rozet_arnhem-luchtfoto-centrum.jpg
IMG_8273.jpeg
IMG_8249.jpeg
IMG_8255.jpeg
IMG_8268.jpeg
IMG_8329.jpeg
IMG_8311.jpeg
vroeger.jpg

Wandeling met directeur Museum Arnhem Saskia Bak door Arnhem

‘Aan de slag’

 

Na de Slag om Arnhem in 1944 lag de binnenstad in puin. Voortdurend is de stad bezig geweest met herbouwen en zich opnieuw uit te vinden. Een wandeling met Saskia Bak, directeur van Museum Arnhem, door het nieuwe Arnhem.

 

Koos de Wilt voor Collect

 

Wandelend langs een speciale verbouwingslooproute rondom Museum Arnhem kijkt kunsthistorica Saskia Bak tevreden naar de bouwvakkers die er de vaart inzetten. Voor ruim 22 miljoen euro zal het museum eindelijk een nieuw gezicht krijgen. Niet alleen zal het oorspronkelijke gebouw een hypermoderne uitbouw krijgen, ook zullen buiten en binnen veel meer met elkaar verbonden worden, vertelt de museumdirecteur. Eerder wisten de architecten van Benthem Crouwel het bestaande Stedelijk Museum en het Anne Frankhuis in Amsterdam al te voorzien van een hypermoderne aanbouw. Nu hier dus. Bak: ‘Het plan van Benthem Crouwel bracht aan alle kanten openheid. Het verbond het gebouw met de rivier, de nieuwe beeldentuin en ook de naburige kunstacademie. Dat past heel erg bij ons doel om een museum te hebben dat middenin de maatschappij staat en voortdurend in contact is met wat er nu speelt. Gelukkig is er nu een lokale bouwondernemer gevonden die de klus aankan waardoor we in 2022 eindelijk openkunnen.’

 

Dit museum heeft een bijzonder DNA dat teruggaat naar voorgaande directeuren als Pierre Janssen en Liesbeth Brandt Corstius.
 

Herensociëteit

In 1873 werd het museumgebouw op de oude stuwwal neergezet als een herensociëteit. De leden, vooral uit Nederlands-Indië teruggekeerde suikerplanters, keken als vorsten uit over de Rijn. Toen het ledental kromp, kwam het gebouw in 1920 in handen van de gemeente. In de oorlog, tijdens de Slag om Arnhem, werd er hier hevig gevochten en werd het gebouw zwaar beschadigd, maar in 1956 werd het uiteindelijk geopend als museum voor moderne kunst. De afgelopen jaren is er flink gesteggeld over een volgend leven van het museum. Volgens museumdirecteur Saskia Bak voldeed het gebouw niet meer aan de eisen voor een modern museum. Daarnaast was het te klein om een actief, publieksgericht programma en goede publieksvoorzieningen te herbergen. Eigenlijk had het museum in 2019 open moeten gaan, maar omdat de aanbesteding niet lukte als gevolg van stijgende prijzen in de bouw was er een hogere investering nodig en liep het project vertraging op. Dat is nu rond. Saskia Bak heeft als museumdirecteur ervaring bij een eerdere verbouwing van het Fries Museum, alleen kon ze zich daar uiteindelijk met een legaat van 18 miljoen vooral focussen op de inhoud.

 

Het nieuwe gebouw moet met museum verbinden met de rivier, de nieuwe beeldentuin en ook de naburige kunstacademie.

Wandelend langs de glooiing van de stuwwal over de Utrechtsestraat en -weg naar het stadshart vertelt de museumdirecteur over het rijke verleden van het museum. ‘Ons museum heeft vooral bekendheid gekregen met de collectie van de grote vijf interbellumrealisten: Carel Willink, Pyke Koch, Wim Schuhmacher, Dick Ket en Raoul Hynckes en Jan Mankes. Maar de identiteit van het museum gaan dieper. Dit museum heeft een bijzonder DNA dat teruggaat naar voorgaande directeuren als Pierre Janssen en Liesbeth Brandt Corstius. Beiden zijn heel bepalend geweest. Veel ouderen mensen kennen Janssen nog van zijn tv-optredens waarbij hij erin slaagde om kunst te verbinden met zaken die mensen persoonlijk raken en die verder gingen dan kunsthistorische tijdsindeling. Na Janssen deed Liesbeth Brandt Corstius vanaf begin jaren tachtig veel aan kunst van vrouwelijke kunstenaars toen dat nog nauwelijks gebeurde in de museale wereld. Het museum  zette zich ook in om kunst van kunstenaars uit andere culturen in het museum te tonen. Arnhem is een stad waar zo’n kwart van de bevolking niet-westers is. Het is dus heel logisch om daar als museum rekening mee te hadden en middenin de maatschappij te staan.’

 

Transformatie

De afgelopen decennia heeft de binnenstad een ware wederopbouw doorgemaakt. Bak loopt langs recente voorbeelden, het golvende stationsgebouw van de architect Ben van Berkel richting Rozet van Neutelings Riedijk Architecten. Gebouwen als deze hebben Arnhem op de architectonisch kaart gezet. Saskia Bak heeft in de afgelopen jaren dat het museum dicht is, geleerd om de activiteiten op verschillende plaatsen in deze vernieuwde stad te laten plaatsvinden, zo legt ze uit. 

 

De Nederland-Armeense kunstenaar Karen Sargsyan werkt aan een opdracht van het Museum Arnhem aan een sculptuur over verzoening.
 

De eerste tussenstop is bij het Erfgoedcentrum onderin Rozet. 2014 werd het gebouw door de branchevereniging van architecten (BNA) uitgeroepen tot “Beste Gebouw van het Jaar”. In het Bartok Park, vlak voor Rozet, ligt het dertig meter lange Feestaardvarken van kunstenaar Florentijn Hofman. Het rode beeld ligt op een heuveltje dat doet denken aan het landschap dat rondom te stad te zien is. In Rozet zijn naast het Erfgoedcentrum ook de Openbare Bibliotheek, de Volksuniversiteit, Kunstbedrijf Arnhem en de Kunstuitleen gehuisvest. Bak neemt een lange trap naar beneden. ‘Op deze plek wordt de geschiedenis van de stad op een aantrekkelijke manier gepresenteerd. In de tentoonstelling staan prehistorische vondsten, middeleeuwse portretten naast de koffiekannen van de in Arnhem werkende kunstenaar Klaas Gubbels. Hier komt het allemaal samen en worden bezoekers aangezet om al hun vragen over het rijke verleden van de stad beantwoord te krijgen. Wat mij betreft mag de presentatie nog wel iets meer op de actualiteit zitten.’

 

Op de terugweg terug naar het museum wandelt Saskia Bak naar de rivier, langs de brede Rijnkade met uitzicht op de woeste uiterwaarden aan de overkant en de enorme Nelson Mandela brug over de Rijn.
 

Over de Broerenstraat, langs de in de oorlog zwaargehavende en geheel gerestaureerde Eusebiuskerk, het door de eeuwen gezichtsbepalende gebouw van de stad, zet Bak de pas in naar haar tijdelijke museumlocatie: de Sint-Walburgiskerk, de oudste nog bestaande kerk in Arnhem. Bak: ‘Net als “de Eus” was deze kerk bij de Slag om Arnhem in september 1944 geheel uitgebrand. Na de oorlog werd de kerk herbouwd en uitgebreid. Op dit moment legt de Israëlisch Amerikaanse kunstenaar Abner Preis er de laatste hand aan zijn VR-presentatie tussen de zuilen van het kerkinterieur.’ Bak ziet de VR-presentatie voor het eerst zelf in de kerk. Met een VR-bril op word je virtueel meegenomen in tram die je rondleidt door een stad die stukje bij beetje wordt overvallen door de gekte die Nazi’s meebrachten. Stukje bij beetje word je ook binnengezogen in een wereld die uiteindelijk leidt tot de destructie die de stad Arnhem doormaakte tijden de oorlog. Als kijker word je weggevoerd in de achterbak van een vrachtwagen. Maar aan het eind van de film is er hoop.

 

De poëtische glooiingen van het omgevingskunstwerk de Blauwe Golven van Peter Struycken.

Verzoening

De wandeling gaat verder langs het indrukwekkende Airborneplein, dé plek waar de allesvernietigende Slag om Arnhem elk jaar op een pure manier wordt herdacht, naar het atelier van Karen Sargsyan (1973). Hier op een rauwer terrein, vlakbij de oude melkfabriek, werkt de in Arnhem wonende Nederlands-Armeense kunstenaar aan een opdracht van het Museum Arnhem: een kunstwerk met als thema ‘verzoening’. De uit de Sovjet-Unie gevluchte sportleraar vond in 2006-2007 aan de Rijksakademie zijn signatuur waarmee hij bekendheid verwierf met theatrale beelden van papier en later aluminium. In 2018 maakte Sargsyan voor het The Tower of David Museum in Jeruzalem negen grote sculpturen, gemaakt van flinterdun aluminium. De opdracht voor het Museum Arnhem is een dramatisch werk, zo vertelt de kunstenaar, dat wordt opgedragen aan alle onschuldige mensen die werden vervolgd en gedood in de voormalige Sovjet-Unie. Het is geïnspireerd op de film ‘Repentance’ van Tengiz Abuladze. De film belicht hoe verschillende generaties de gevolgen ondervinden van onderdrukking en vervolging: van diegenen die de vervolging uitvoerden, en van diegenen die werden onderdrukt en gedood, hoe zij en hun kinderen uiteindelijk tot een verzoening komen, mits dit via de weg van ‘Repentance’ oftewel ‘Spijt’ gaat.

 

Op de terugweg terug naar het museum wandelt Saskia Bak naar de rivier, langs de brede Rijnkade met uitzicht op de woeste uiterwaarden aan de overkant en de enorme Nelson Mandela brug over de Rijn. Tussen graffitikunstenaars, die de trappen rondom de brug hebben geannexeerd, en onder de enorme toegangswegen naar de brug, wijst de museumdirecteur naar de poëtische glooiingen van het omgevingskunstwerk de Blauwe Golven van Peter Struycken. Bak: ‘Dit werk is in de jaren zeventig op het Roermonds plein aangelegd als zachte tegenhanger van de grote brug en is, net als het museum, wel toe aan een onderhoudsbeurt. Hopelijk verloopt dat soepeler.’

september, 2020

 

bottom of page