top of page
IMG_5617.jpeg
Kantoor-Zeeuws-Veilinghuis-Middelburg.jp
Collect.jpeg
IMG_5622.jpeg
KAJ-cover-sept-20-766x1024-1.jpg
data39099455-ac1de9.jpg
Salt-2236.tiff

Binnenkijken bij René de Visser van het Zeeuws Velinghuis in Middelburg

 

Veilen op z’n Zeeuws

 

Decennialang was het een traditioneel veilinghuis met algemene kunst en antiek.  De laatste jaren heeft het Zeeuws Veilinghuis een internationale naam verworven op het gebied van Indonesische schilderijen, aziatica en de grafiek van M.C. Escher. Hoe is dat zo gekomen?

 

Koos de Wilt voor Collect

 

Meer dan twintig jaar lang was het Zeeuws veilinghuis gevestigd op de keurige Herengracht 74 in het centrum Middelburg. Dit jaar ging het huis verder in de industriële restanten van een kunstmestopslag uit 1948, een plek met geschiedenis en met een toekomst. De Visser: ‘We hebben dit gebouw als lege doos van 1250 vierkante meter voor een zacht prijsje van de gemeente overgenomen en hebben het geld gestoken in de flinke verbouwing. Nu is het een hypermodern, energieneutraal gebouw met daklicht en vloerverwarming.’ De enorme ruimte staat vol met spullen die uiteindelijk geveild moeten gaan worden: schilderijen, Chinees porselein, meubelen en beelden. De Visser stelt Linna voor, een medewerker met Chinese achtergrond die een schotel Chinees exportporselein bestudeert. ‘Ook fijn dat we mensen hebben die onze Chinese klanten te woord kunnen staan’, vertelt René de Visser. Met zijn compagnon Maarten Anthoni is hij eigenaar van het Zeeuws Veilinghuis. Maarten heeft een accountancy achtergrond, maar zijn liefde voor kunst en antiek bleek groter, en was daarom voordat hij in het veilingwezen stapte enkele jaren meubelrestaurator.

 

 ‘We hebben dit gebouw als lege doos van 1250 vierkante meter voor een zacht prijsje van de gemeente overgenomen en hebben het geld gestoken in de flinke verbouwing.’

Dat De Visser in het veilingwezen zou belanden leek ook niet waarschijnlijk. Na zijn VWO bracht zijn hang naar avontuur en palmbomen hem naar de Hogere Zeevaartschool. Daar bleek het meer om techniek te gaan dan om exotische avonturen. De Visser: ‘Toen ben ik TU in Eindhoven gaan doen en in de zomervakanties ben ik op coasters gaan varen. Na mijn studie ben via een vriend van mij in contact gekomen met zijn vader die de eigenaar was van het veilinghuis hier op de Herengracht. Die vroeg mij of ik hem wilde helpen. Zo ben ik erin gerold in 2001. Nadat ik eerst een tijdje iets ben gaan doen in het verlengde van mijn studie, ben ik hier uiteindelijk weer teruggekomen en heb het veilinghuis in 2008 overgenomen. In dat begin deden we waar het veilinghuis bekend van was: algemene kunst en antiek. Het was het jaar dat Lehmann Brothers viel en dat beloofde weinig goeds. Maar de eerste veiling ging gelijk heel goed. Ik had een Leo Gestel op de veiling die 70 duizend euro opbracht. Een mooi begin.’

Hofschilder Soekarno

Ondertussen was De Visser met Indonesische kunst begonnen en heeft daar in korte tijd een internationale naam in opgebouwd. ‘Dat begon al in 2007 toen we een onduidelijk gesigneerd schilderij van een Balinese vrouw met een bloem kregen aangeboden. Een schilderij van Lee Man Fong. Ik vond het een prachtig schilderij, maar had geen idee hoe bijzonder het was. Het bleek te gaan om de hofschilder van Soekarno, de eerste president van het onafhankelijke Indonesië. Soekarno was een enorme kunstverzamelaar en de elite van Indonesië spiegelt zich graag in hem. Het schilderij ging weg voor 125 duizend euro, een enorm bedrag in het Nederlandse veilingwezen. Ik weet nog dat het schilderij na de veiling in een vuilniszak door een vertegenwoordiger van de koper werd meegenomen. Ik heb die vrouw toen maar met mijn auto naar het station gebracht en heb onderweg wat met haar gekletst. De verkoop van dat werk ging wereldwijd rondzingen en van de ene op de andere dag kregen we bijzondere schilderijen aangeboden van Indonesische schilders.’ Het Zeeuws veilinghuis profiteerde ervan dat Sotheby’s en Christie’s, die in jaren negentig die markt bedienden, niet lang daarna veel minder actief werden in Nederland. De Visser zag kansen: ‘Omdat ik graag surf in mijn vrije tijd, ben ik toen tijdens de zomervakanties jarenlang naar Indonesië gegaan en ben toen verzamelaars en musea gaan bezoeken. Ik ben mij er goed in gaan verdiepen en uiteindelijk ben ik zelfs met een Indonesische vrouw getrouwd. De markt van deze Indonesische schilderijen is een nichemarkt. Minder dan vijftig rijke Indo-Chinezen, zogenaamde Peranakan-Chinezen, domineren de markt. Die moet je kennen.’

 
‘De markt van deze Indonesische schilderijen is een nichemarkt. Minder dan vijftig rijke Indo-Chinezen, zogenaamde Peranakan-Chinezen, domineren de markt. Die moet je kennen.’

IJsland

Waar veel Indonesische kunst oorspronkelijk veel in Nederland te vinden was, is de markt in de jaren negentig voor een groot deel leeggevist, zo legt De Visser uit: ‘Tegenwoordig halen we die werken uit de meest vreemde uithoeken van de wereld. Een Nederlandse familie die in de jaren zeventig in een klooster in Spanje is gaan wonen had een schilderij van Willem Dooijewaard meegenomen. Daar ben ik langsgegaan en het schilderij werd voor 150 duizend euro verkocht. En dit schilderij’, wijzend naar de kaft van een veilingcatalogus uit 2018, ‘is Ontwakende arend, een schilderij dat in het onherbergzame noorden van IJsland was beland toen een Hagenaar daar was gaan wonen. Jarenlang had hij geen idee wie de kunstenaar was, totdat een afschrift uit 1950 werd gevonden van de koop van twee schilderijen. Voor de twee werken was indertijd 450 gulden betaald. Op de factuur stond de naam van de kunstenaar: Lee Man Fong. Ik ben toen het gure winterseizoen voorbij was naar hem toegevlogen om het werk te bekijken. Ik weet nog dat de transporteur weigerde het werk op te halen in dit onherbergzame gebied. Uiteindelijk werd dit schilderij afgehamerd op 720 duizend euro, met opgeld dus 900.000 euro. Nog steeds de hoogste veilinguitslag voor kunst of antiek in lange tijd in Nederland. De koper was een Indochinees.’

‘Uiteindelijk werd de ontwakende arend afgehamerd op 720 duizend euro, met opgeld dus 900.000 euro. Nog steeds de hoogste veilinguitslag voor kunst of antiek in lange tijd in Nederland. De koper was een Indochinees.’

 

Aziatica

Naast Indonesische kunst is het Zeeuws veilinghuis een internationale naam geworden op het gebied van aziatica. ‘Onze taxateur Jeroen de Kuiper was al heel lang een liefhebber van aziatica’, vertelt De Visser. ‘Zo is het huis zo’n zeven jaar geleden met gespecialiseerde veilingen op dit gebied begonnen. Ook die markt is heel internationaal, maar veel groter dan die van Indonesische kunst. We bedienen veel verzamelaars over de gehele wereld. Zeker de helft van wat we veilen gaat naar China, maar er zijn ook Chinezen die in Parijs, Londen of Duitsland en die ons weten te vinden. Wat ons onderscheidt is dat wij ook veel in modern twintigste-eeuws porselein doen. Daarvan is heel veel vals en als je daar op betrouwbare manier een schifting in kan maken, maak je het verschil. Zeker als de kopers niet lijfelijk bij de veiling aanwezig zijn, is dat vertrouwen essentieel. Herkomst is daarbij heel belangrijk en daar kijken wij heel goed naar. We hebben een goed trackrecord gekregen. Bij ons is er kwaliteit en kwantiteit en het mooie is dat Middelburg centraler ligt dan velen in de Randstand denken. Brussel, Parijs en ook Londen zijn relatief dichtbij. Zeker als je veel porselein koopt, dan is het prettig om met de auto te komen. Vaak combineert men een bezoek aan ons met andere veilingen of beurzen in België of Frankrijk.’ 

 

M.C. Escher

Ten slotte heeft het veilinghuis ook wereldnaam verworven met het werk van de graficus M.C. Escher. De Visser: ‘Het grappige is dat Escher bevriend was met de schilder Bonnet, zo heeft alles met alles te maken. Voor Eschers grafiek in oplage bestaat ook een zeer internationale markt waarbij er soms enorme bedragen worden betaald. Met Escher is het hier ook begonnen met één werk. We hebben in 2015 het Oog voor 48 duizend afgehamerd. In 1951 werd hetzelfde kunstwerk nog voor 25 gulden verkocht. Het gaat bij die grafiek om de kwaliteit van de druk. Het papier mag niet verzuurd zijn en niet opgeplakt. Die markt is de laatste jaren heel erg ontwikkeld. Het merendeel van de verzamelaars woont in Amerika, maar ook zijn er diverse in Europa. Inmiddels is voor een houtsnede Lucht en Water II uit 1938 het bedrag van 83.000 euro neergeteld.’ En lucratieve niche zo blijkt. De Visser: ‘Van sommige is er wel een oplage van vijfhonderd gemaakt en die worden soms geveild voor twintigduizend per stuk. Dat is veel interessanter dan die antieke kast die tien jaar geleden nog vijfduizend euro waard was en nu slechts een paar honderd opbrengt.’

 

Zeeuws Veilinghuis

Kleverskerkseweg 53c

Middelburg

 

bottom of page