top of page
DSC01362.jpeg
DSC01359.jpeg
DSC01408.jpeg
DSC01369.jpeg
DSC01387.jpeg
DSC01409.jpeg
DSC01335.jpeg

cv Folkert de Jong (1972, Egmond aan Zee) studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten en de Rijksakademie voor Beeldende Kunst (Amsterdam). Hij ontving de Prix de Rome voor beeldhouwkunst in 2003 en was te zien in The Busan Biennale (2016), de eerste Kiev International Biennale of Contemporary Art (Oekraïne, 2013), het Glasgow International Festival of Visual Art (Schotland, 2012), The 17e biënnale van Sydney (Australië, 2010) en in Athene Biënnale (Griekenland, 2007). De Jong heeft een groot aantal solo-exposities gehad in New York, Milaan, Amsterdam, het VK, Spanje, Mexico-stad. Museumshows had hij in Hepworth Wakefield (2014, Wakefield, VK), Musée d'Evreux (2014, Evreux, Frankrijk), Middelheimmuseum (2013, Antwerpen, België), Un Vie d'Illusions, Musee d'art Contemporain (2013, Rocheouart , Frankrijk), MUDAM Museum (2013, Luxemburg), Portland Art Museum (2013, Portland, Oregon), Groninger Museum (2009, Groningen, Nederland). Folkert de Jong wordt vertegenwoordigd door Luis Adelantado Gallery, Valencia, Spanje en Mexico City; Fons Welters Gallery, Amsterdam, Nederland; Chez Valentin, Parijs; DENK, LA, VS; Louise Alexander, Sardinië, Italië; en MARC STRAUS, New York, VS.

served.png

Binnen kijken bij kunstenaar Folkert de Jong (1972)

‘Ik wil weer het spirituele zien in het aardse’

Wereldberoemd werd hij in het begin van deze nieuwe eeuw met zijn kleurige, vaak angstaanjagende beelden gemaakt van isolatieschuim. De laatste jaren ontdekte hij bronzen beelden, doet weer performances, net als in het begin van zijn carrière en zoekt nu vooral weer naar de basis van het menselijke drama. Op bezoek in zijn atelier in het Noord-Hollandse Krommenie.

Tekst & beeld van Koos de Wilt

Er zijn wat creatieve bedrijven, een kinderopvang en er zijn kunstenaars in het keurig opgeruimde bedrijfsverzamelgebouw dat dateert van een paar decennia terug. Niets wijst op de hippe art scene waar zijn werk sinds de afgelopen decennia te zien is geweest, in New York, Milaan, Parijs en Mexico-stad. Toch bevindt zich hier het universum van Folkert de Jong. In zijn loods heerst een prettige, artistieke chaos van industrieel bouwmateriaal, spuitbussen, emmertjes, een drumstel, Afrikaanse beelden en lege bussen met hardschuim. Daartussen kunstwerken in verschillende fases van gereedheid: een zwart Christusbeeld dat tijdens tentoonstellingen moet gaan bewegen, een rood schuimplastic beeld, bronzen afgietsels van gezichten, zeefdrukken en LP’s. Een chaos waarbinnen er toch orde blijkt te zijn. De kunstenaar weet in een handomdraai alles te vinden waarover we te spreken krijgen. Maar eerst is er koffie met stroopwafels.

‘Vroeger was ik veel directer met de felle kleuren, het schuimplastic. Ik wil nu een laag dieper gaan zitten, menselijker.’

Ooit was hij verpleegkundige, pas later werd hij kunstenaar, zo vertelt de Amsterdamse kunstenaar. ‘In beide gevallen ben ik bezig met het welzijn van mensen. In een ziekenhuis ervaren mensen de kwetsbaarheid van hun bestaan en daarover gaat ook mijn werk. Door mijn kunst probeer ik mensen uit hun comfortzone te halen en hun kwetsbaarheid te laten ervaren.’ Bekend werd De Jong van de levensgrote schuimplastic beelden waarmee hij de wereld veroverde. Zelf wil hij zich niet vastleggen op het materiaal. ‘Dat heb ik nooit gedaan. In 1998 kwam ik de Rijksakademie binnen als kunstenaar die horrorfilms en performances maakte.’ Daar ontdekte hij beelden, maar dan met ongebruikelijke materialen, zoals materialen die oorspronkelijk afkomstig zijn uit de Amerikaanse petrochemische industrie. De Jong: ‘Polyurethaan en piepschuim zijn ontwikkeld voor oorlogstoepassingen en worden tegenwoordig overal in de wereld gebruikt als bouwmateriaal. Ze passen bij de behoefte van mensen om geld te verdienen en status en macht te verwerven. Ik vind het interessant om er de spirituele lading in te zoeken. Voor mij representeert het alles waardoor we naar de knoppen gaan.’

Van brons naar lp’s

In 2012 stapte de kunstenaar van het vluchtige schuimplastic over naar meer duurzame, doordachte beelden in brons. Bij brons gaat het over sterfelijkheid, monumentaliteit en wereldgeschiedenis, maar het gaat ook over kwetsbaarheid, legt de kunstenaar uit. ‘Dat zie je in de gepatineerde kleuren en in het ongepolijste in mijn gebruik van het materiaal. Brons is ook gevoelig en onderhevig aan erosie.’ Inmiddels heeft De Jong ook een andere vorm gevonden om kunst te maken: ‘Ik maak nog steeds beelden, maar geniet erg van life performances met een groep muzikanten. Instant composing, noemen we dat, met teksten over mijn werk. Eén keer in de week spelen we hier in het atelier.’ In de ruimte staan een enorm drumstel, een eensnarige bas, een theremin voor de psychedelische geluiden en voicetransformers klaar voor een volgende sessie. ‘We spelen een beetje met de mythe van de kunst die eenzaam en alleen in zijn atelier zit. We hebben op verschillende plekken in de wereld opgetreden, bij de galerie van Fons Welters in Amsterdam, in een villa van Alver Aalto in Zuid-Frankrijk en bij de MOCA in Arizona. Ik wil op verschillende manieren communiceren met mijn publiek. Bij muziek is het gelijk weg nadat het gemaakt is, beelden blijven. De lp’s zijn life registraties van die gebeurtenissen. Het is best spannend, omdat je nooit precies weet wat er gaat gebeuren. Ik hou heel erg van die onzekerheid, in al mijn werk. Het leuke is dat platen door iedereen gekocht kunnen worden, ook door mensen die niet de budgetten hebben voor mijn beelden. Het wordt daardoor minder elitair, wat de kunstwereld natuurlijk wel is.’

Het spirituele in het aardse

Op tafel, naast de stroopwafels, ligt ook een dodenmasker van L'Inconnue de la Seine, een mooie, jonge vrouw wiens lichaam eind negentiende eeuw uit de Seine in Parijs was getrokken. Met dit masker maakte De Jong verschillende beelden: ‘Begin twintigste eeuw hingen schrijvers en kunstenaars het masker op in hun atelier, ze vonden er iets in iets goddelijks in, in iets dat eigenlijk heel aards is. Ook in mijn werk gaat het erom het spirituele te zien in het aardse. Joseph Campbell schreef in zijn boek Hero With a Thousand Faces over de fases die helden moeten doorgaan en uitdagingen die ze moeten aangaan. Feitelijk staan we allemaal voor die keuzes, de vraag is: durven we ze aan te gaan? We komen allemaal steeds terug in de basis en staan steeds weer voor de keuze om nieuwe paden in te slaan, steeds met nieuwe ervaringen. Ik heb de laatste tijd meer dromen van vroeger en steeds weer komen dezelfde dingen terug die me aanzetten met nieuwe tools nieuwe wegen in te slaan. Niemand verplicht mij ertoe, ik doe het mezelf aan om mijn ervaringen weer compatible te willen maken met de wereld.’

‘Feitelijk staan we allemaal voor die keuzes, de vraag is: durven we ze aan te gaan?’

Wat is er anders: ‘Waar ik voorheen vooral bezig was met grote thema's als oorlog, hebzucht en macht, wil ik nu terug gaan naar simpele dingen, ook in mijn middelen, in het handwerk. Een bevriend kunstenaar maakte een foto van een heel vroeg werk dat ik, door financiële noodzaak in die tijd, maakte van heel eenvoudige materialen. Ik zag het weer en werd gelijk enthousiast, dat werk is zo energiek en krachtig! Ik heb nu museale aandacht, zit in beroemde collecties, mijn werk is wat waard, en toch wil ik terug naar dat simpele en niet in grote en monumentale. Ik wil weer teruggrijpen naar de mens alleen in de grote wereld. Ik ben heel naïef en juist die mentaliteit heeft me mooie dingen gebracht, naast het slechte. Ik ben een keer vet failliet gegaan doordat ik alles had uitgegeven wat ik had verdiend. Ook met die ervaringen ga ik weer op zoek naar nieuwe wegen. Het valt me op dat ook de groten uit de kunstgeschiedenis dat steeds hebben gedaan. Het individu zoeken in een steeds ingewikkelder wordende wereld. Ik kijk heel vaak naar oude kunst en kathedralen en vraag me daarbij steeds hoe het komt dat die dingen iets in ons losmaken. Dat heeft niets te maken met geloof, maar over het menselijke drama. Dat zie ik ook bij Picasso. Zijn Les demoiselles d'Avignon uit begin twintigste eeuw wordt gezien als een sleutelwerk in de kunstgeschiedenis van figuratie naar abstractie, maar het gaat ook gewoon over moraal, over iets menselijks.’

 

[2019]

 

bottom of page