top of page
IMG_7252.jpeg
Kraggenburg, potlood, pastel en pigmentinkt, 80 x 120 cm, 2021.jpeg

Binnenkijken bij tekenaar Sandra Kruisbrink 

‘Tekenen is een lijn mee uit wandelen nemen’

Tekst en foto's van Koos de Wilt voor COLLECT

IMG_7235.jpeg
IMG_7275.jpeg
IMG_7228.jpeg
IMG_7245.jpeg
IMG_7277.jpeg
IMG_7261.jpeg
IMG_7264.jpeg
Pinus Sylvestris, Barlindflaten V, pigmentinkt, potlood en pastel, 90 x 135 cm  2021.jpeg

Galerie Wilms

Paul & Carla Wilms
Nieuwstraat 52
5911 JV Venlo
tel. +31 6 43599407 (Paul)
tel. +31 6 40164653 (Carla)
info@galeriewilms.nl

https://galeriewilms.nl/

 

CV

Sandra Kruisbrink volgde haar opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en aan de Facultat de Belles Artes in Barcelona. Haar werk bevindt zich in diverse openbare en particuliere collecties o.a. in Spanje, Zwitserland, Brazilië, Nederland (o.a. Teylers Museum Haarlem en Stedelijk Museum Schiedam) en België (Musée d’ Art Moderne et d’Art Contemporaine, Liège en Museum voor Schone Kunsten Antwerpen).

collect cover.png
d3ad87_a6817b4c536248bd9f6d7ed54169d1b7_mv2_edited.png

De Amsterdamse kunstenaar Sandra Kruisbrink heeft haar atelier in de drukke binnenstad, maar in haar tekeningen heerst de stilte en rust van vaak verstilde, noordelijk aandoende landschappen. Een bezoek bij haar in haar studio.

Tekst en foto's van Koos de Wilt voor COLLECT

Ze heeft haar grote, lichte atelier op de derde verdieping binnen de Amsterdamse grachtengordel, in een groot pand dat ze deelt met andere kunstenaars en vormgevers. In het atelier heerst de rust die past bij haar tekeningen en die wordt ondersteund met verstilde pianomuziek van de Catalaanse componist Frederic Mompou. Een boekenkast vol met kunstboeken, een computer waarop de kunstenaar beelden kan bewerken en een grote werktafel. Daarop glazen met vele zwarte potloden, opengeslagen foto- en kunstboeken en bewerkte prints van vooral bomen. Op een andere tafel een grote hoeveelheid pastelkrijtjes, kwasten en tempera verf. Voor de kunstenaar de ingrediënten van de grote en kleinere tekeningen die verspreid aan de wanden hangen en op de grond liggen. Lichte, ijle, transparante landschappen waarin de kunstenaar speelt met ruimtelijkheid, met perspectief en met verlatenheid. 

 

​‘Ik denk dat ik in mijn werk die andere tijdsbeleving probeer te vangen.’

Sandra Kruisbrink (1961) houdt van de stad, maar zeker ook van verlaten plekken. Ze wandelt graag en lang door onherbergzame landschappen ergens in de wereld, maar tuiniert ook graag op haar dakterras in het Amsterdamse Watergraafsmeer. Bij wandelen en tuinieren neemt de natuur op den duur de regie over, zo valt de kunstenaar op. ‘Soms wil ik als ik tuinier de natuur een bepaalde richting heen duwen, maar word ik toch meegenomen om iets anders te doen. Bij mijn tekeningen werkt het hetzelfde. Zowel de planten als de tekening lijken hun eigen wil te hebben en mij mee te nemen naar hun wereld.’ Voor de kunstenaar is de natuur altijd al een onderdeel geweest in wat ze maakt. Maar ze is zeker niet meer alleen als ze de natuur opneemt in haar werk. Kruisbrink: ‘In gebouwen wordt steeds meer de natuur verwerkt en in het werk van beeldend kunstenaars zie je het ook steeds vaker, zoals in het werk van Elspeth Diederix. Maar ook bij haar is het niet een kwestie van mode, het staat heel dicht bij haar. Ik ben al heel lang een stadsbewoner, maar groeide op in Laren en zwierf als kind eindeloos door de bossen in de omgeving. Met mijn tekeningen keer ik daarnaar terug naar waar ik vele uren met mijn vriendinnetje doorbracht. Het was een tijd die eindeloos leek te duren. Ik denk dat ik in mijn werk die andere tijdsbeleving probeer te vangen. Ik denk dat kinderen dichter bij hun innerlijke tijd staan, een tijd die zich niet in eenheden als uren of minuten laat uitdrukken, maar zich uitstrekt. De Franse filosoof Henri Bergson noemde dat durée, tijd die duurt. Het is een tijdservaring waarbij heden en verleden in elkaar overvloeien. Een tijdsbeleving die meer te maken heeft met intuïtie dan met het rationele. Dat loslaten van klok en agenda wil ik in mijn tekeningen laten zien, waardoor je in een rusttoestand tot reflectie kunt komen.’ 

 

Bomen

De kunstenaar heeft thee gezet en neemt plaats voor een grote tekening van bomen, een grafisch lijnenspel van kale takken waar je doorheen kunt kijken en waarin verschillende lagen te zien zijn. ‘Mijn vroegere tekeningen waren veelal landschappen in vogelvlucht. Nu lijkt de vogel te zijn neergestreken in een boom. Ik zoek meer in details uit het landschap. Ik ben ook preciezer geworden. Mijn werk is weliswaar figuratief, maar niet per se realistisch. Ik wil dat mijn bomen iets gewichtloos meegeven, iets vluchtigs, maar tegelijkertijd hebben bomen iets blijvends. Ze waren er vaak al lang voordat wij er waren en ook zonder ons blijven ze rustig in het landschap of in de tuin staan, tenzij wij mensen besluiten ze weg te halen.’ Kruisbrink tekent veel bomen, pijnbomen en andere naaldbomen, een lariks en een treurberk, maar het gaat de kunstenaar niet per se om de bomen die ze afbeeldt. ‘De boom is eerder een excuus’, legt ze uit. ‘Het gaat mij meer om de stilte, om een geluidloze essentie, om een onzegbare ervaring. Sommige tekeningen laten niet meer dan een minimale suggestie van een boom of een berg zien, een soort nabeeld. Dat weglaten zie ik als de essentie van mijn werk.’ 

 

‘Ik wil dat mijn bomen iets gewichtloos meegeven, iets vluchtigs, maar tegelijkertijd hebben bomen iets bestendigs’

Sandra Kruisbrink tekent langzaam, intuïtief, geconcentreerd en precies. Ze houdt van stilte en ze doet lang over tekeningen. ‘Bij tekenen leg ik steeds nieuwe lagen over een andere. Als ik uitsnij dan dwing ik me meer tot een uitspraak die ik minder makkelijk onderuit kan halen dan als ik teken. Ik gebruik temperaverf en teken er met potlood over. Tempera heeft een soort transparantie. Je blijft de kleuren eronder zien en krijgt daardoor een soort diepte. Vaak neem ik een print als uitgangspunt, een negatieve vorm van een foto. Zonder dat ik mij fotograaf noem, is fotografie steeds meer in mijn werk geslopen. Ook daar breng ik vervolgens verschillende lagen over. Door het negatief van een foto als ondergrond te gebruiken, lijkt de tekening net een solarisatie, het effect dat ontstaat als er in de doka licht komt bij het ontwikkelen van een foto. Het mooie is dat je dan niet goed begrijpt wat je ziet. Eerst zie je een wirwar van witte lijntjes, maar als je langer kijkt, doemt het beeld voor je ogen op. Het is zoals een foto die langzaam verschijnt in een bad met ontwikkelaar, of een polaroid waarop je eerst niets ziet en die dan steeds duidelijker wordt.’ 

 

Kunstgeschiedenis

Het werk van Sandra Kruisbrink roept associaties op met oude meesters die de kunstenaar gedurende haar leven in musea is tegengekomen. Landschappen van de Hollandse zeventiende-eeuwse schilder en etser Hercules Seghers en Pieter Bruegel en ruimtelijke prenten van Piranesi. Kruisbrink: ‘Ik had op de Rietveld eigenlijk wel wat meer kunstgeschiedenis willen krijgen. Dat is in andere Europese landen, zoals in Duitsland en Spanje, veel meer onderdeel van het onderwijs. Hier niet en dat vind ik jammer. Ik heb twee jaar in Barcelona gestudeerd en daar was een hele goede grafiekafdeling waar ik veel heb geleerd over kunstgeschiedenis. Zo ben ik mij gaan verdiepen in het werk van Hercules Seghers. Een van mijn Spaanse docenten schreef een thesis over hem. Ze deed ook onderzoek in het Rijksmuseum en van haar heb ik veel geleerd over zijn werk en techniek. Seghers’ manier van werken was in zijn tijd heel modern. Ik voel me verwant aan hem.’ 

 

‘Eigenlijk maak ik de wandeling opnieuw op het vel papier, maar nu met de noodzakelijke afstand.’

De meeste inspiratie doet de kunstenaar niet op in musea. ‘Ik hou er enorm van om werk te zien van oude en nieuwe kunstenaars’, zo vertelt Kruisbrink. ‘Maar het meeste leer ik als ik reis en met mijn camera door verlaten landschappen wandel. Na elke reis kom ik met een grote verzameling foto’s thuis. Maar de foto’s grijpen nooit de sfeer en de ervaring die ik ter plekke vond. In mijn atelier bekijk ik de beelden dan, maak een keuze en maak daarna uitsneden. In mijn studio wandel ik dan verder in mijn herinnering en de ervaringen die ik opdeed in de landschappen. Dat selecteren en bewerken van de foto’s is een wezenlijk onderdeel van mijn werk. Eigenlijk maak ik de wandeling opnieuw op het vel papier, maar nu met de noodzakelijke afstand. Tekenen is een lijn mee uit wandelen nemen, zoals Paul Klee dat zo mooi verwoordde. Als ik door de natuur wandel herken ik vaak de typische landschappen van andere kunstenaars, niet alleen van oude meesters zoals Hercules Seghers of Bruegel, maar ook de donkere landschappen van Awoiska van der Molen of Reni Spoelstra. Mijn landschappen zijn veel lichter, het zijn ook landschappen die bijna niet meer zichtbaar zijn. Ze ogen ook meestal heel noordelijk. Ik kom daar heel graag. Ik voel me verbonden met de lege, stille landschappen in Noorwegen. Een paar jaar geleden had ik er nog een artist in residence in een klein, afgelegen dorpje. Ik zie nu de bergen met gletsjers voor me in blauwig licht, ijsblauw, waar het landschap in verdwijnt. Ik ben nu heel benieuwd naar de landschappen van IJsland. Daar wil ik een tijdje verblijven en er alleen zijn, een confrontatie aangaan met die verlaten landschappen om die dan weer mee te nemen naar hier in mijn atelier hier in de stad.’ 

[2022]

bottom of page