‘Mijn tweede kans gaf mij focus’
Advocate met Bosnische achtergrond in het leiderschapsboek De weg naar succes
Voor het boek De weg naar succes interviewde Koos 18 allochtone vrouwen op hun weg naar succes. Daarnaast had hij gesprekken met vier prominente Nederlanders over hun ervaringen met deze vrouwen. Wat zijn hun professionele en levenservaringen? Hieronder de ervaring van een advocate (omwille van haar veiligheid anoniem gemaakt) die op haar twaalfde vluchtte uit Bosnië en min of meer toevallig in Nederland belandde.
Tekst: Koos de Wilt | Fotografie: Rachel Corner (2010)
Als je oude schoolfoto’s van mij bekijkt, dan zie je aan de kleding en het uiterlijk dat ik in de klas zat met allerlei etnische groepen. Vroeger viel dat niet op. Mijn lerares was orthodox Christen en ik verafgode haar. Terwijl ik moslim was. De jongen op wie ik het eerst verliefd werd - ‘Worteltje’ noemde we hem met zijn rode haar - was een ook orthodox Christen. Wij waren toen absoluut niet met geloof en etnische kwesties bezig. Religie speelde in het seculiere Joegoslavië van mijn jeugd, en ook dat van mijn ouders, geen rol in het publieke leven. Het was iets dat thuishoorde in de huiskamers van mensen. Ik groeide op in de rustige jaren tachtig. Tito was inmiddels overleden, het communisme was klinisch dood en de nationalisten stonden zich in de grote steden al warm te draaien, maar daar merkten wij in de dorpen in Oost-Bosnië nog weinig van. In 1989 heb ik zelfs nog een soort eed afgelegd als pionier van Tito, gelovend in de idealen van het communisme. Die situatie heeft tot begin jaren negentig geduurd. Het was voor ons een verrassing toen Slovenië en Kroatië zich in die tijd begonnen af te scheiden.
'Religie speelde in het seculiere Joegoslavië van mijn jeugd, en ook dat van mijn ouders, geen rol in het publieke leven. Het was iets dat thuishoorde in de huiskamers van mensen.'
In 1992, toen ik tien was, begon de oorlog. Van de ene op de andere dag moest ik alles wat me lief was achterlaten: ons huis, mijn school, mijn hobby’s, mijn vrienden, alles. Ook mijn vader bleef achter om op het huis te passen. Er hing iets beangstigends in de lucht, maar het was nog erg onduidelijk wat er precies aan de hand was en wat er zou gaan gebeuren. Niet veel later viel het leger binnen, waren de telefoonlijnen dood en werden de eerste mensen afgevoerd. We wisten anderhalve maand niet of mijn vader nog in leven was. Zo’n tweeënhalf jaar zijn we in Bosnië vluchteling geweest en hebben alles meegemaakt wat bij een oorlog hoort: honger, geen water en als klein meisje ben ik een paar keer bang geweest dat het afgelopen zou zijn, dat ik geraakt zou worden tijdens een beschieting in het open veld. Maar wat het meest beangstigend was, was wat de situatie met mensen deed. Dat mensen op straat mishandeld werden en dat omstanders doorliepen alsof er niets gebeurde. Mensen worden op een gegeven moment afgestompt. In die situatie je waardigheid en zelfrespect behouden was het meest belangrijke, hebben mijn ouders mij altijd voorgehouden. Toen de situatie onhoudbaar werd en mijn broertje van zeventien dreigde opgeroepen te worden om soldaat te worden, zijn we gevlucht en bij toeval in Nederland terechtgekomen. Een paar jaar hebben we in allerlei asielprocedures gezeten tot we uiteindelijk een permanente verblijfsvergunning kregen.
'Wat het meest beangstigend was, was wat de situatie met mensen deed. Dat mensen op straat mishandeld werden en dat omstanders doorliepen alsof er niets gebeurde.'
Binnen zes maanden heb ik Nederlands geleerd. Er werd me verteld dat VWO alleen voor hele intelligente kinderen en dat de MAVO/HAVO het meest geschikt zou zijn. Gelukkig pakte ik de stof snel op zodat ik het volgende jaar op het VWO kon instromen om daarna te kunnen gaan studeren. Zonder de oorlog in Bosnië was ik misschien medicijnen gaan studeren; mensen beter maken heb ik altijd een mooi beroep gevonden. Maar door mijn ervaringen is het rechten geworden, in Maastricht. Ik wilde meer leren over zoiets abstracts als rechtvaardigheid. De gebeurtenissen in mijn geboorteland werden ook onderwerp van mijn scriptie: een onderzoek naar de rol van daders, slachtoffers en - met name - omstanders in de Bosnische genocide in het kader van het internationale strafrecht. Ik ben toen, in 2004 was dat, teruggegaan naar de plaatsen in Oost-Bosnië waar ik ben opgegroeid, naar gebieden die nu, zoals dat heet, etnisch gezuiverd zijn: Bratunac, Zvornik en Screbenica. Alle Bosniërs waren verdwenen, er woonden alleen nog maar Serviërs. Ik liep langs onschuldige gebouwen, een school en een stadion, waarvan ik wist dat er mensen bijeen waren gedreven om afgevoerd en uiteindelijk vermoord te worden. In de gymzaal van mijn eigen school hebben martelingen plaatsgevonden waar familieleden de meest vreselijke dingen met elkaar moesten doen en elkaar uiteindelijk moesten afmaken. Dat is een besef dat je niet kunt wegstoppen. Daar moest ik wat mee.
'Ik liep langs onschuldige gebouwen, een school en een stadion, waarvan ik wist dat er mensen bijeen waren gedreven om afgevoerd en uiteindelijk vermoord te worden.'
De generatie van mijn ouders, de droomgeneratie, de generatie van Tito, of het nu Serviërs zijn of Bosniërs, kunnen er niet over praten. Het is voor hen te pijnlijk om de confrontatie aan te gaan met het verleden. Mensen die verdwenen zijn, daar hebben we ook nog geen afscheid van genomen. En zolang die niet gevonden zijn, spreken mijn ouders ook niet over hen. Ook mijn broer heeft er moeite mee erover te praten. Ik had een sterk verlangen door te gaan met leven en daarom, zo realiseerde ik mij, moest ik erdoorheen. Ik moest antwoord krijgen op de vraag hoe het kán dat mensen zich zo gedragen en hoe het kán dat ze hun beschaving totaal verliezen? Ik wilde dat begrijpen, de gerechtigheid terugvinden. Het zou niet objectief zijn van mij om te zeggen wie de slechteriken en wie de slachtoffers zijn in het conflict. Veel van mijn familieleden zijn door de Serviërs om het leven gebracht en mijn leven is gelopen zoals het is gelopen door de daden van de Bosnische-Serviërs, daar is geen twijfel over mogelijk. Tijdens mijn studie heb ik geprobeerd mijn oorlogservaringen een plek te geven. Ik heb stage gelopen bij de Verenigde Naties in Bosnië en ben in Bosnië verkiezingswaarnemer geweest.
Ik had, ook in het kader van mijn scriptie, een grote behoefte om naar onze eigen buren, Bosnische Serviërs te gaan en te vragen waarom zij niets hebben gedaan. Het verbaasde mij dat, terwijl er in de buurt het ene massagraf na het andere werd opengelegd, zij deden alsof er niets was gebeurd. Terwijl ze, toen de oorlog uitbrak, niet hebben kunnen wachten hun militaire kleding aan te doen en ons huis leeg te halen, onder het mom van ‘we passen op de spullen’. Maar toen ik terug was, was het enige wat onze buurman kon zeggen: ‘Wat ben je groot geworden!’ Geen woord over de oorlog en wat er allemaal gebeurd is. Als ik dat ervaar, ben ik boos, maar ik heb door mijn studie ook een soort infrastructuur ontwikkeld om de gevoelens te kanaliseren. Ik heb ook overtuigd geworden van het concept van waarheidscommissies. Je kunt niet vooruit als je de waarheid niet onder ogen durft te zien samen met elkaar. Een paar misdadigers straffen en verder gaan met het leven kon niet in Bosnië. Iemand in mijn omgeving liet mij via een simpel rekensommetje zien hoeveel mensen omgekomen zijn in de omgeving van Srebrenica, een groot percentage handmatig. Logica leert dat bijna iedere Serviër daar zich daar, op een of andere manier, aan schuldig moet hebben gemaakt. Dat kun je niet afdoen met een paar mensen veroordelen. Zonder de waarheid onder ogen te zien, laten we ruimte voor een herhaling.
'Ik had, ook in het kader van mijn scriptie, een grote behoefte om naar onze eigen buren, Bosnische Serviërs te gaan en te vragen waarom zij niets hebben gedaan. Het verbaasde mij dat, terwijl er in de buurt het ene massagraf na het andere werd opengelegd, zij deden alsof er niets was gebeurd.'
Mijn ervaring heeft mij versterkt. Ik heb een bredere horizon, kan dingen vanuit verschillende perspectieven bekijken. Alleen al tijdens zo'n asielprocedure kwam ik in aanraking met zo veel verschillende culturen. In centra als in Klazienaveen en later in Emmen zit je met lotgenoten uit de hele wereld: uit Somalië, uit Iran, uit voormalig Joegoslavië. Allemaal mensen met hun ervaringen. Dat is goed voor je sociale ontwikkeling en bovendien leer je er beter door relativeren. Dat relativeren en mijn gedrevenheid hebben mij geholpen te komen waar ik nu ben. Voor mij heeft recht misschien een meer bijzondere betekenis dan voor een Nederlander die deze studie oppakt na zijn middelbare school. Ik heb gemerkt wat er met mensen gebeurt als het rechtssysteem wegvalt. Ik realiseer me dat we een systeem nodig hebben dat ons in bedwang houdt. Het reguleert heel goed hoe we met elkaar verkeren.
In mijn werk in de advocatuur heb ik bewust afstand willen creëren met waar ik mij tijdens de studie wel heb beziggehouden. Ik denk dat ik als slachtoffer minder goed, minder objectief, kan functioneren in rechtsgebieden waar ik persoonlijk zo bij betrokken bij ben geweest. Ik houd me nu bezig met ruimtelijke ordeningsvraagstukken, een rechtsgebied waar ik een gepaste afstand van kan hebben en daardoor betere adviezen kan geven. Door mijn ervaringen heb ik geleerd op een bepaalde manier in het leven te staan. Dat maakt mij, hoop ik, een beter mens en een vakvrouw. Toen ik hier in Nederland een tweede kans kreeg om te bereiken wat ik als klein meisje vóór de oorlog vanzelfsprekend had gevonden, toen wist ook dat ik die kans volledig moest benutten. Je leert de waarde van dingen kennen als je weet dat het zomaar afgelopen kan zijn. Ik doe daarom alleen dingen als ik ze echt leuk of belangrijk vind en daar ga ik dan ook helemaal voor. Datzelfde geldt voor mijn relatie met mensen, met familie en met vrienden, die kunnen ook zomaar wegvallen. In het aangaan van nieuwe relaties vraagt dat ook heel veel. Mensen moeten van goede huizen komen om de situatie van vluchtelingen goed te begrijpen. Ik heb – maar dat is toevallig – een Bosnische vriend, wat het misschien gemakkelijker maakt.
Andere verhalen van vrouwen met een achtergrond in:
-
Oost-Turkije