top of page
IMG_4470.jpeg

Beeldhouwer Heleen Levano woont en werkt in de oude dorpsschool waar haar vader ooit lesgaf

IMG_4457.jpeg
cover_U4HPVW8TG.png
IMG_4436.jpeg
IMG_4334.jpeg

Heleen in haar keuken van haar huis en atelier in Broek in Waterland.

IMG_4415.jpeg
IMG_4353.jpeg

Overal in het atelier gietmallen, kleipersen, keramiekovens, werktafels en heel veel portretten die de loop van haar carrière in brons zijn omgezet. 

IMG_4392.jpeg
IMG_4408.jpeg

Portret van kunsthandelaar Martien de Boer

IMG_4370.jpeg
IMG_4388.jpeg

Portret van Heleens dochter Susanna

IMG_4400.jpeg
IMG_4356.jpeg

Heleen is wel tevreden over het beeld van Louis Couperus

IMG_4376.jpeg
IMG_4386.jpeg

'In een wereld waar het altijd gaat over geld en belangen, wordt dit een beeld over de liefde’, vertelt Heleen Levano bij het beeld Willem van Oranje.

IMG_4391.jpeg
d3ad87_a6817b4c536248bd9f6d7ed54169d1b7_mv2_edited.png
Schermafbeelding 2022-01-06 om 07.50.00.png

Onthulling van het kunstwerk Willem van Oranje door de burgemeester en Commissaris van de Koning  voor de Sint-Catharijnekerk van Brielle.

IMG_7699.jpeg

Binnenkijken

bij beeldhouwer Heleen Levano (1941) in Broek in Waterland

‘Een goed beeld moet iets doen wat niet te benoemen valt’

 

In een schoolgebouw in Broek in Waterland werkt beeldhouwer Heleen Levano aan een groot beeld van Willem van Oranje en zijn geliefde Charlotte. De opdracht was een welkome afleiding.

Tekst & beeld van Koos de Wilt voor COLLECT

 

‘Ik heb twee vreselijke jaren achter de rug. Mijn dochter is overleden, mijn hondje Pietje is dood en mijn zus is overleden. Gelukkig kreeg ik een opdracht voor het maken van een beeld van Willem van Oranje en Charlotte van Bourbon’, vertelt de beeldhouwer Heleen Levano aan haar werktafel in het grote huis en atelier in Broek in Waterland. ‘In een wereld waar het altijd gaat over geld en belangen, wordt dit een beeld over de liefde.’ De beeldhouwer heeft de opdracht gekregen van de vereniging Willem van Oranje. De beeldhouwer heeft een speciaal moment gekozen. Willem was getrouwd met Anna Van Saksen wiens oom keurvorst van Saksen was, de machtigste en rijkste vorst in het Duitse Rijk. Willem en Anna hadden niets met elkaar en toen hij ook niet op de steun van de keurvorst kon rekenen liet hij het huwelijk ongeldig verklaren. Daarna ontmoette hij bij Charlotte de Bourbon. Zij was dochter van een Franse hertog, afstammeling van de koning, die door haar vader in het klooster was gestopt om haar een deel van de erfenis te onthouden. Heleen: ‘In het klooster werd ze op haar dertiende al abdis, maar we weten dat ze niet in het klooster wilde blijven en ze vluchtte. Ze raakte daarmee alles kwijt, haar geld en titel en ze vluchtte naar de keurvorst van de Palts. Daar ging ze over tot het calvinisme en ontmoette Willem van Oranje. Het verhaal gaat dat ze op slag verliefd werden. Dit huwelijk was geen huwelijk uit berekening, maar uit wederzijdse liefde en genegenheid. Hun briefwisseling laat dit zien. Wat ik mooi vind is dat ze haar brieven begon met de woorden ‘Mijn liefje’. Heel ongebruikelijk in die tijd. Ze zijn in 1575 getrouwd in de Sint-Catharijnekerk van Brielle. Een gebrandschilderd raam, het Oranjeraam, herinnert aan dit huwelijk. Mijn beeld komt te staan voor de oude kerk.’ De beeldhouwer zoekt graag naar momenten van subtiele ontroering. ‘Mooi vind ik ook het verhaal van de levenslange partner van Rodin, Rose Buret, die enkele weken voor haar dood in 1917 in het huwelijk trad met de inmiddels dementerende Rodin. Dit nadat zij een heel leven lang bedrogen is door de beeldhouwer, die onder andere iets had met Camille Claudel. En toch, bij de huwelijksvoltrekking zei Rose niet ‘Oui’, maar “Met heel mijn hart.” Dat ontroert me.’

 

‘In een wereld waar het altijd gaat over geld en belangen, wordt dit een beeld over de liefde.’ 

Beatrix

De beeldhouwer wandelt door de voormalige Openbare Lagere School uit 1883 die ze samen met haar man, ook beeldhouwer, Eric Claus in 1983 kochten in Broek in Waterland, een dorp vlak boven Amsterdam. ‘Toen wij hier gingen wonen was het een mooi boerendorp met een paar slagers en groentewinles, nu is er geen winkel meer en is het een plaats geworden waar rijke Amsterdammers zijn komen wonen. Hier woonde ooit ook mevrouw Neeltje Pater, die door vererving zeer vermogend was geworden, op gegeven moment was ze misschien wel de rijkste vrouw van de wereld.’ Hier in het dorp, in het oude schoolgebouw heeft haar vader lesgegeven, zo vertelt Heleen en nu gingen zij en Eric Claus er aan de slag in de klaslokalen. De beeldhouwer gaat voor door de voormalige klaslokalen waar ze haar atelier heeft en waar honderden beelden staan. Ze loopt door paden tussen gietmallen, kleipersen, keramiekovens, werktafels en heel veel portretten die de loop van haar carrière in brons zijn omgezet. In de gang een paar bustes in klei van koningin Beatrix waarvan de bronzen beelden staan in de gemeente Genemuiden en bij een waterschap. ‘Ik heb haar gemaakt op basis van heel veel foto’s toen mijn man ook bezig was met een reliëf van Beatrix. Zo werk ik altijd. Ik heb haar een beetje baldadig afgebeeld.’ Heleen wijst naar een bronzen beeld naast de koningin. ‘Ik vind dit een goed beeld, een buste van Louis Couperus, die heb ik voor mezelf gemaakt. Ik hou van zijn werk.’ Aan de andere kant een groot portret van Eric Claus, die Heleen zo’n veertig jaar geleden van hem heeft gemaakt. ‘Hij ziet er nog precies zo uit’, zegt de beeldhouwer. ‘Ik heb ook dit tafeltje gemaakt in brons. Geen idee wat het is. Ik maak ook veel dingen die doen denken aan het Midden-Oosten. Vreemd eigenlijk, want ik heb daar nooit gewoond. Het is soms wonderlijk waar beelden vandaan komen.’ 

 

De beeldhouwer gaat voor door de voormalige klaslokalen waar ze haar atelier heeft en waar honderden beelden staan. Ze loopt door paden tussen gietmallen, kleipersen, keramiekovens, werktafels en heel veel portretten die de loop van haar carrière in brons zijn omgezet.

In de keuken en in het atelier staan grote portretten van haar glimlachende dochter Susanna. ‘Die heb ik direct gemaakt toen ze was overleden. Ik vind het heerlijk dat ze om mij heen is zo.’ In een klaslokaal verder een enorme sculptuur in zwarte was, een soort muur. ‘Dit is de opdracht waaraan ik tijdens de coronatijd aan heb gewerkt. Het is bijna klaar.’ Heleen wijst naar verschillende onderdelen op de sculptuur. ‘Kijk, daar zie je het bootje waarmee Charlotte naar Willem is gevaren vanuit Duitsland en daar is de toren van Brielle te zien. Tussenin de portretten van Willem van Oranje met Charlotte van Bourbon. Binnenkort wordt het uiteindelijk in brons gegoten. Ik ga van de week kijken hoe ver de gieter is.’

 

Zigeuners

In de jaren zeventig maakte Heleen een beeld om de zigeuners te herdenken die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren vermoord. ‘Ik woonde toen op Amstelveenseweg in Amsterdam waar een groepje zigeuners was neergestreken. Mijn dochter Susanna speelde toen veel met hun kinderen en ik moest haar vaak zoeken waar ze nu weer uithing. Ik voelde me er thuis en zo kreeg ik het verhaal te horen dat een kennis van de zigeunerleider Koko Petano geld had voor een monumentje. Ik was geraakt door hoe de zigeuners waren uitgemoord door de nazi’s. In 1944 zijn er in een nacht vijfduizend zigeuners tegelijkertijd in Auschwitz-Birkenau vergast - mannen, vrouwen en kinderen. Daar was geen aandacht voor en daar wilde mijn man en ik wel aan meewerken. Er waren gedachten om zo’n typisch zegel te maken met een zigeuner met een traan in Groningen. Dat wilden we niet en we hebben toen met een stichting geld bij elkaar verzameld voor de bronsgieter. Met een comité van aanbeveling die klonk als een klok, met wethouders en burgemeesters, is het gelukt om het geld bij elkaar te krijgen. Ik maakte een beeldengroep van een zigeunergezin dat is ontkomen aan de vlammen van het vuur. De gemeente stelde een plaats beschikbaar op het Museumplein bij de Gabriel Metsustraat, in de buurt van waar het nu staat, tegenover de Amerikaanse ambassade. Nu zijn namen van zigeuners opgenomen bij het Holocaust Namenmonument, het monument dat de ruim 102.000 Nederlandse Joodse slachtoffers en 220 Sinti en Roma herdenkt die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen tijdens de Holocaust en die geen individueel graf hebben gekregen. Prachtig dat dat er is gekomen.’

 

Impressionisme

Het grote voorbeeld van Heleen is de Italiaanse impressionistische beeldhouwer Medardo Rosso. ‘Er is maar weinig bewaard gebleven van zijn werk’, vertelt de beeldhouwer. ‘Hij werkte veel in was- en klei. Een beetje zoals impressionistische schilders de schets hadden als een voltooid werk. Maar door deze methode is veel verloren gegaan. Rosso is niet zo bekend, maar wel heel invloedrijk. Rodin heeft zijn beroemde beeld van Balzac van hem gejat.’ Net als het werk van Rosso gaat het erom dat je moet weten wanneer je moet stoppen, zo legt Heleen uit. ‘Als je verder gaat dan is soms ineens de magie verdwenen. Een beeld moet iets doen, het moet je raken, mag zelfs choqueren. Het moet iets doen wat niet te benoemen valt.’ Heleen wijst naar een klein kopje van kunsthandelaar Martien de Boer met een boekje van Morandi erachter. ‘Ik wilde de Morandi worden in beeldhouwkunst. Iets willen zeggen over een object en dat met heel beperkte middelen. Kijk, dit is een goed portretje, dat durf ik wel te zeggen. Het is de zoon van de jurist Barend-Jan van Spaendonck, een paar jaar geleden gemaakt. Ook heel simpel eigenlijk, maar raak.’

 

Heleen Levano werkt op ware grootte. ‘Bij veel grote standbeelden wordt het model in klein formaat gemodeleerd en daarna vergroot. En dan gaat het heel vaak fout. De Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein is een van de mooiste beelden van de stad, maar toen het vanaf de schets in klei werd vergroot leek het een dwerg, de bovenbenen bleken bij het groter maken veel te klein. Beeldhouwer Mari Andriessen heeft de benen toen veel groter moeten maken. De enige die zo precies werkte dat het ook bij vergroting wel klopte was Charlotte van Pallandt. Wat zij maakte was altijd loepzuiver. Ik heb het zigeunermonument op ware grootte in klei gemaakt in mijn atelier, indertijd in de Anjelierstraat. Op de grond had ik balken gelegd om het gewicht te verdelen. Maar toen de gieter kwam om er de gietvorm erom te maken, zakte het bijna door de grond. De vloer kraakte en piepte. Er moest toen razendsnel gelost te worden. Het is toen net goed gegaan. Als het beeld door de grond was gezakt waren er dooien gevallen. Soms heb je geluk.’  

 

bottom of page