'Ik heb een cv van een paar A4’tjes, daar wil ik er nog wel acht aan toevoegen. Of dat monumentaal sculpturaal werk wordt, boeken, collages, weet ik nog niet. Ik zie het als een ijskristal, ik vind het heerlijk heel breed te werken.
De Rozengracht, waar Rembrandt zijn laatste jaren doorbracht. De plek ook waar Harald Vlugt al decennia woont en werkt.
The Invisible Tree, Uitgeest, 2018
‘Las Palmas 3’, 2017, 60 x 35 x 4 cm., Collage, IKB blauw, mixed media op dibond, Foto: Edo Kuipers, Collectie: kunstenaar.
‘Ik mijn hoofd ben ik beeldhouwer, maar in mijn werk ben ik vooral collagist. Collages maken zie ik als plat beeldhouwen en het maken van een collage zie ik als het sturen van toeval.
‘Nieuw Amsterdam’, 2009, 700 x 200 cm., Collage, acryl op aluminium, Foto: Herman van Heusden, Collectie: Holland Amerika Lijn
In het atelier een ingelijste foto van Koos Breukel van een lachende Vlugt met rechts en links van hem Bergense kunstenaar Pieter Bijbaard en Joost Zwagerman.
‘Upstream’, 50 jaar Navo-monument in Brunssum, NL, 2500 x 160 x 350 cm. Brons, mixed media, Collectie: Gemeente Brunssum, NL
Binnenkijken bij kunstenaar Harald Vlugt
‘Collages maken is als plat beeldhouwen’
Elk nummer gaat Collect op bezoek in het atelier bij een kunstenaar. Deze keer bij beeldhouwer, collagist en graficus Harald Vlugt (1957). Een gesprek over een rijk verleden en een spannende toekomst.
Tekst en beeld van Koos de Wilt voor COLLECT
‘Met veel van mijn werk speel en reageer ik op rijke zeventiende-eeuwse voorgangers,’ zegt de Amsterdamse kunstenaar Harald Vlugt. ‘Wij hebben een hele rijke kunstgeschiedenis en vaak realiseer je je dat pas als je veel in het buitenland bent. Dan pas zie je je hoe rijk ons kunstenaarsverleden is en dan voel je je ook Nederlandse kunstenaar.’ Als hij niet in Las Palmas, Sao Paolo, New York, Caïro, Oranjestad, Auckland, West Indies of Parijs was, woont en werkt de kunstenaar in een oude historische distilleerderij van Bols op de Rozengracht, de plek waar eeuwen geleden onder andere landschapsschilder Meindert Hobbema, zeeschilder Ludolf Bakhuizen en Rembrandt van Rijn woonden. Schuin tegenover waar Rembrandt de laatste jaren van zijn leven doorbracht maakt Harald Vlugt op zijn 240 vierkante meter collages, beelden, grafiek en geeft hij les aan mensen die willen weten hoe je kunst maakt. De Rozengracht is al meer dan honderd jaar gedempt en het huis van de zeventiende-eeuwse meester is ook al zo lang vervangen door een nieuwer huis. Maar de creatieve geest van de zeventiende eeuw is nog goed te voelen. Harald Vlugt noemt zich een zeventiende-eeuwse popartiest en komt Rembrandt regelmatig tegen in zijn enorme beeldarchief. Vlugt wijst naar een litho aan de wand. ‘Tweehonderd jaar na de uitvinding van de steendruk door Alois Senefelder, heb ik voor een tentoonstelling in het Rijksmuseum lithografisch werk gemaakt gebaseerd op portretten van Rembrandt. Dat was met werk van Goya, Toulouse-Lautrec, Picasso, Escher. Ik was de enige levende kunstenaar, de enige die met een pilsje in de hand bij de opening aanwezig kon zijn.’ Harald Vlugt heeft zijn zeventiende-eeuwse collega inmiddels al een jaar overleefd, maar is nog lang niet klaar. ‘Als mijn gezondheid het toelaat, heb nog heel veel te doen. Ik heb een cv van een paar A4’tjes, daar wil ik er nog wel acht aan toevoegen. Of dat monumentaal sculpturaal werk wordt, boeken, collages, weet ik nog niet. Ik zie het als een ijskristal, ik vind het heerlijk heel breed te werken. Ik ben nu bezig met een boek over poëzie met Adriaan van Dis, ben uitgenodigd om bij mijn grootste verzamelaar om een wand te vullen in zijn huis in Las Palmas en ik heb een tentoonstelling volgend op een superjacht van Ritz-Carlton. Voorlopig ben ik wel bezig.’
‘Collages maken zie ik als plat beeldhouwen en het maken van een collage zie ik als het sturen van toeval.’
Joost Zwagerman
In het atelier grote archiefkasten met analoge beelden, een grote tafel waaraan zijn cursisten van zijn 1-docents Kunstacademie Beeldproeverij werken aan collages en heel veel kunstwerken in verschillende grootte en uit verschillende tijden. Aan de trap naar de woonvertrekken boven hangt een ingelijste foto van Koos Breukel van een lachende Vlugt met rechts en links van hem Bergense kunstenaar Pieter Bijbaard en Joost Zwagerman. ‘Pieter is de beste kunstenaar uit mijn geboortedorp Bergen NH en Joost was een van mijn beste vrienden. Hij kwam als snotjong aan uit Alkmaar en stapte hier in een warm bad van kunstenaars. Joost was een nette jongen en gefascineerd door de avant-garde met kunstenaars als Rob Scholte, Peter Klashorst en Paul Blanca. Joost bestudeerde die wereld, een ruige wereld, maar werd er zelf geen onderdeel van. Ik ontsnapte daar gelukkig ook aan. Joost bleef een vriend, tot aan zijn dood. In 2016 maakte ik prenten voor de speciale editie van zijn laatste gedichtenbundel Wakend over god. Ik weet nog dat ik tijdens de begrafenis van Joost in de Duif zat en er ineens gerommel was in de kerk. Paul Blanca schuifelde met zijn hondje binnen. Mensen keken verschrikt op, hij stond bekend als heroïneverslaafde en was niet door iedereen gewenst, maar – voor zover het te verstaan was – had hij een mooie speech. Indrukwekkender dan de gelikte presentatie van Matthijs van Nieuwkerk.’
‘Ik vind het fijn om niet op eieren te hoeven lopen en iedereen voor rotte vis te kunnen uitmaken om het vervolgens wel te kunnen waarmaken.’
Pop-art
Begin jaren tachtig, na een lerarenopleiding handvaardigheid en tekenen, was Vlugt een van organisatoren van de alternatieve galerie Aorta, in het oude NRC-gebouw op de Nieuwezijds Voorburgwal. Met kunstenaars Aldert Mantje, Peter Giele en ander kunstenaars creëerde hij een podium waar honderden nationale alsook internationale kunstenaars vaak live hun werk maakten en aan het publiek toonden op spraakmakende galerie-openingsavonden. Vlugt begon zijn eigen kunstenaarscarrière in deze tijd als avant-garde kunstenaar met op pop-art gebaseerde collages. Nog altijd maakt hij uit zijn enorme archief en op traditionele manier collages. Soms blaast hij die digitaal op tot megaproporties, een wandgroot werk voor het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam en een theatergordijn voor het cruiseschip Queen Mary II. Daarnaast werkte hij voor een bont palet aan opdrachtgevers. Van Rank Xerox, Holland Amerika Lijn, Ritz-Carlton, Playboy tot aan NRC en de NAVO. Het kan hem niet breed genoeg zijn. Vlugt is zowel beeldhouwer, collagist en graficus. Wat voelt hij zich het meest? ‘Ik mijn hoofd ben ik beeldhouwer, maar in mijn werk ben ik vooral collagist. Ik heb een archief van meer dan een miljoen analoge beelden. Beelden die ik in een paar seconden tevoorschijn kan toveren. Collages maken zie ik als plat beeldhouwen en het maken van een collage zie ik als het sturen van toeval. Mijn grote held in de kunstgeschiedenis is Max Ernst, tien keer interessanter dan Kurt Switters die bekend staat als collagist. Ook David Mack, op dit moment professor aan de Royal Academy en een goede vriend, vind ik geweldig. Ik deed een groot project met hem in de Amsterdamse Watergraafsmeer, op de oude locatie van het voormalige Ajax-voetbalstadion De Meer.’ Vlugt werkt graag samen, zoals bij de boeken die hij maakte met de poëzie van Joost Zwagerman en Adriaan van Dis. Ook nu is hij bezig met een boek met Van Dis. ‘Adriaan schrijft poëzie over zijn aller vroegste jeugdherinneringen uit Bergen aan Zee. Ik kom uit het kunstenaarsdorp Bergen en reageer daarop en put daarvoor uit 2.500 antiquarische ansichtkaarten die ik de afgelopen decennia heb gespaard. Daar ga ik binnenkort mee aan de slag. Ik hou van Bergen en zou er zo kunnen wonen als ik er niemand zou kennen.’
Vrij beroep
Kunst heeft de maatschappij veel te bieden, kunst heeft ook veel te maken met economie, zo vindt Vlugt. ‘In The Guardian stond een tijdje geleden een verhaal waarin een wetenschapper onderzoek had gedaan bij kantoren met en zonder kunst. Wat bleek was dat kantoren met kunst 15 procent productiever waren. Dat begrijp ik wel.’ Vlugt heeft een geheel eigen relatie opgebouwd met het economische proces. ‘Het kunstenaarschap is een vrij beroep, ik leef van mijn werk en dat gaat dag en nacht door. Ik heb er altijd voor gekozen vrij te zijn als kunstenaar, onafhankelijk. Ik ben een bouwvakker van mijn eigen ideeën. Inspiratie heb ik niet nodig, ik hoef alleen maar een kraan open te zetten. Bovendien droom ik mijn werk af. Ik droom zelfs titels. Als ik jonge studenten begeleid laat ik ze zien wat koken in de keuken daadwekelijk inhoudt, en niet in de bijkeuken, zoals de docenten op kunstopleidingen dat doen. Ik laat zien wat het kunstenaarschap echt inhoudt. Ik wil business minded zijn en dat voor maar één reden: om maar niet commercieel te zijn. Commercieel zijn betekent dat je concessies moet doen. En dat wil ik niet. Ik wil invloed hebben op de plaats waar mijn werk komt, op de tijd en condities die ik zelf bepaal. Soms moet je diplomatiek zijn en soms moet je je grote mond even houden, dat is het meest moeilijk. Ik vind het fijn om niet op eieren te hoeven lopen en iedereen voor rotte vis te kunnen uitmaken om het vervolgens wel te kunnen waarmaken.’
Maar hoe zit dat dan met beelden in opdracht, hoe vrij ben je dan, bijvoorbeeld een sculptuur die de kunstenaar een paar jaar geleden maakte voor het vijftigjarige bestaan van de NAVO? Vlugt: ‘Bij de NAVO wisten ze dat ik kwaliteit kan leveren binnen de gestelde tijd. Ik maak afspraken waar, maar daarnaast zorg ik dat ik volledig vrij ben in wat ik maak. De sculptuur in Brunsum was een uitdagende klus: een 25 meter lange bronzen monument met vissen die naar boven zwemmen tegen een stroom in, een waterstroom die vanaf een trap naar beneden gaat en uitkomt bij het een riveiertje. Koning Willem-Alexander was erbij en zevenhonderd militairen. Op het moment suprême kwamen er twee F16’s aanvliegen en vlogen precies boven het kunstwerk loodrecht omhoog. Ik heb niet zoveel met het leger, maar dit vond ik ook wel heel spectaculair. Een kunstwerk op zich. Hoe ik dat uitleg aan mijn kunstenaarsvrienden? Ook daar moet je onafhankelijk van zijn.’
[2022]