top of page

‘Iedereen met lef kan een glasmens worden’
Kitty Laméris over de kunstwaarde van glaswerk


 

Kunst heeft een esthetische waarde, het heeft een culturele waarde, het heeft een persoonlijke waarde, maar wanneer gaat een kunstvoorwerp ook geld waard worden? En hoe zit dat precies bij zoiets verfijnds als glas? Wie verzamelt dat en wat zoekt de verzamelaar dan precies? Kitty Lameris vertelt het aan Koos de Wilt voor Kunstwaarde van Het Financieele Dagblad.  

Interview: Koos de Wilt voor FD Persoonlijk (2007)

Kitty Laméris is met haar moeder, zus en broer eigenlijk het hele jaar bezig met niets anders dan zoeken naar glas. Een spannende zoektocht die hen overal in de wereld brengt. Feitelijk proberen ze voortdurend glazen op de juiste plaats te krijgen, soms is dat een privé-verzameling, soms een museum. Vader Frides Laméris overleed drie jaar geleden, op zijn 82ste, nadat hij ruim veertig jaar actief was geweest om glas een plek te geven in de wereld van kunst en antiek. Eigenlijk wilde dochter Kitty helemaal niet de zaak in. ‘Mijn vader wilde dat zo graag, dat ik pas de vrijheid voelde het ook te willen toen ik besloten had het juist níet te doen. Ik ben aanvankelijk Italiaanse taal- en letterkunde gaan studeren, wilde journalist worden en een boek schrijven over Rome. Ik ben ook een paar jaar in Italië gaan wonen. Maar daar bleek dat ik het glas zo ben gaan missen, dat ik in Rome overal tevergeefs zocht naar glas – op schilderijen, in winkels, bij mensen thuis. Nergens vond ik het. Uiteindelijk ben ik, net als mijn zus en later mijn broer, hier in de zaak beland die mijn vader en moeder hadden opgebouwd. Ik kwam weer thuis. Wij hadden het vroeger zo vaak over glas en de winkel gehad dat het gevoel ervoor een soort zesde zintuig was geworden. Wij kinderen wisten vaak al in een seconde of iets goed was of niet, zonder te weten waarom precies. Dat hebben we later geleerd uit de boeken.’

 

‘Mijn vader wilde dat zo graag, dat ik pas de vrijheid voelde het ook te willen toen ik besloten had het juist níet te doen.'

’Onze winkel in de Spiegelstraat is nog steeds het hart van waaruit we werken’, zegt Laméris. ‘Wij proberen er onze klanten aan het verzamelen te zetten, de liefde aan te wakkeren. Wij hebben niet alleen objecten voor mensen met heel veel geld of voor verzamelaars die gegroeid zijn naar de top, maar ook bijvoorbeeld slingerglas. Dit glas begint bij een paar honderd euro en van daaruit kun je doorgroeien naar een grote Hollandse Roemer of het dure Venetiaanse glas, dat tienduizenden euro's kan kosten.’ Glas behoudt zijn waarde, maar zeker niet altijd, legt de kunsthandelaarster uit: ‘Roemers hebben een enorme klap gekregen toen men deze tien jaar geleden in Tsjechië begon te imiteren. Dat zijn soms prachtig gemaakte glazen die je voor zeventig euro kan kopen in het Rijksmuseum in plaats de zeven duizend gulden die een echte bij ons kostte. Amerikaanse toeristen die zo’n glas op stillevens in het Rijksmuseum zien, kopen graag zo’n Tsjechische imitatie. De echte glasliefhebber is de oude, echte roemer gelukkig altijd trouw gebleven.’

 

'Glas behoudt zijn waarde, maar zeker niet altijd'

‘Van nature houd ik van eenvoudige vormen, zoals Romeins glas. Maar het is interessant te merken dat smaak zich ontwikkelt en evolueert doordat de kennis zich verdiept. Glazen waar mijn vader vroeger enthousiast mee thuiskwam en die ik vreselijk vond, vind ik tegenwoordig niet alleen heel interessant vanwege hun zeldzaamheid, maar zelfs ook mooi. Ik houd ook veel van Venetiaanse glas en niet te vergeten van Nederlands glas, van het diamant of radgegraveerde gelegenheidsglas, van slangenglazen en roemers. Kleinere roemers had iedereen, daarvan werd er een per minuut gemaakt, maar de grotere waren veel moeilijker te maken, dus duurder. De kleintjes kosten tegenwoordig een paar honderd euro en dan hoe groter hoe duurden, tot duizenden euro's.

'De breekbaarheid die sommige mensen weerhoudt het te verzamelen is voor de echte liefhebber juist de uitdaging en de charme.'

Wie koopt er nu glas? Laméris: ‘Iedereen kan glasmens worden. Mits je het nodige lef hebt. Want waar het om gaat is dat het gaaf is. De breekbaarheid die sommige mensen weerhoudt het te verzamelen is voor de echte liefhebber juist de uitdaging en de charme. Delfts aardewerk mag best een lichte beschadiging hebben, maar bij glas heeft dat direct grote invloed op de waarde, vooral bij een eenvoudig glas. Bij zeldzame objecten is het weer van minder belang, want vind maar eens een tweede. Het ligt allemaal heel subtiel.’

[2010]

bottom of page