top of page

Ik vind niet dat alles holakidee is’ 

Ans Markus, kunstenaar

 

Mijn vader werd op zijn zestiende leerling timmerman en is op zijn 64e gestorven als bedrijfsleider bij het bedrijf van mijn broer, het bedrijf waar hij veertig jaar had gewerkt. Hij was een hele eenvoudige, eerlijke en hardwerkende man. Mijn moeder was de dominante persoon in huis. Ze is net negentig geworden en is nog steeds duidelijk aanwezig, een heel wilskrachtige dame. Als je zo’n dame om je heen hebt, ben je geneigd een stapje terug te doen om je eigen wereldje te creëren. Ik heb heel veel aan mijn ouders gehad. Ze waren heel spaarzaam met geld, hadden het niet in overvloed, maar ik mocht toch naar het Lyceum waar je - anders dan op de Mulo - zelf je boeken moest betalen. Ze hadden me net zo goed naar de Mulo kunnen sturen als ze dachten dat ik zou trouwen en kinderen krijgen. Dat ik naar het Lyceum ging, was al een beetje boven hun niveau. Vanaf mijn elfde heb ik altijd maar getekend, het hoofd van de lagere school heeft jarenlang een tekening van mij gebruikt als voorbeeld bij de lessen die hij gaf. Dat was voor mij een bewijsje dat ik het kon. Op mijn zestiende, toen we naar Brabant waren verhuisd, heb ik gepoogd bij Famous Artist School een cursus te volgen, maar dat vonden mijn ouders al te ver, laat staan de academie. Dat heb ik overigens nooit als een probleem ervaren hoor, die mentaliteit van gewoon aanpakken, zit ook in mij. 

 

'Vanaf mijn elfde heb ik altijd maar getekend, het hoofd van de lagere school heeft jarenlang een tekening van mij gebruikt als voorbeeld bij de lessen die hij gaf. Dat was voor mij een bewijsje dat ik het kon.' 

Ik heb heel lang geaarzeld om mezelf kunstenaar te noemen. Wat ik deed was zo vanzelfsprekend dat ik het nooit kunst heb genoemd. Het was alsof het bij me hoorde. Op gegeven moment krijg je dan het etiket kunst opgeplakt, zoals je ook andere etiketten krijgt opgedrukt. Vaak wordt mijn werk vergeleken met dat wat Willink maakte. Ik heb altijd met heel veel respect en bewondering gekeken naar wat hij deed, maar mijn verhaal is compleet anders dan zijn verhaal. Hij was magisch realist, mijn werk vind ik niet magisch, wel realistisch. Ik zou mezelf geen feministe willen noemen, maar veel van mijn werk gaat wel over de zoektocht naar het vrij willen zijn, een gevecht waar veel vrouwen mee bezig zijn. Daarover gaan mijn schilderijen met de windsels. Ik wil laten zien dat iedereen mag zijn wie hij is, niet onder de plak hoeft te zitten en geen toestemming hoeft te vragen voor waar je mee bezig bent. Het is niet zo dat ik voor dat onderwerp gekozen heb, het zat in mij en moest eruit.  Op een geven moment was het gevoel voorbij en toen waren de schilderijen daarover ook over. Veel mensen vinden de windsels eng, terwijl ik het juist niet zo bedoeld heb. Ik heb ze juist geschilderd als bescherming, voor je eigen gevoel, je eigenwaarde en voor het loskomen van de buitenwereld. Ik pakte mijn eigen dochter in die windsels. ‘Waarom deed je dat nou bij zo’n leuke meid?’, vroegen mensen me dan. Ik vertelde dan dat ik dat deed omdat ik mijn gevoel wilde verbeelden. Als ik niet had kunnen schilderen, had ik naar een psychiater gegaan en had ik daar mijn probleem op tafel gelegd. Nu ging ik met mijn eigen gevoel aan de gang en schilderde ik wat ik voelde. Dat is het gevoel van opgesloten zijn, van afschermen en tegelijkertijd contact willen maken. Het gaat over al die gevoelens die tussen angsten en liefde zitten. Dat schilderen lucht op. Ik ben die windsel pas na mijn huwelijk en op mijn dertigste gaan schilderen, maar in feite waren ze er al langer. Dat zat ook in mijn jeugd. Later ben ik getrouwd met een man van wie ik een kind kreeg, maar op wie ik helemaal niet verliefd was. In die tijd waren mensen veel meer bezig met wat buren en familie daarvan zouden denken. Nu zou ik misschien bewust ongetrouwd zijn gebleven. Natuurlijk was dat niet zo’n goede start. Tegen beter weten in zijn we elf jaar bij elkaar gebleven. Uiteindelijk was ik degene die zei dat het niet langer meer kon. Daar waren we het beiden over eens. 

 

'Ik wil laten zien dat iedereen mag zijn wie hij is, niet onder de plak hoeft te zitten en geen toestemming hoeft te vragen voor waar je mee bezig bent.' 

De periode met windsels ging heel erg over mijn eigen wereldje. Tegenwoordig kijk ik meer om mij heen. Vijf jaar geleden ben ik begonnen met het Medea-verhaal. Ik kreeg het idee in mijn uit-periodetoen ik met kopje koffie op een terras in de krant op het verhaal stoot. Ik was er direct door getroffen en begon gelijk te denken over hoe zo’n vrouw het nu in onze tijd zou oplossen als ze in de steek gelaten wordt en haar kinderen worden afgenomen. Eigenlijk staat dat verhaal heel ver van mij af, ik zal nooit mijn kinderen vermoorden om mij te wreken op een man. Ik zal mijn zelfrespect proberen te behouden, ook als een man mij in de steek zou laten. Ik zou zeker mijn kind niet vermoorden om hem te kwetsen. Maar het verhaal sprak me wel aan omdat ik zie dat vergelijkbare dingen wel gebeuren bij mannen die hun kinderen niet meer zien na hun scheiding. Die raken dan in paniek, gaan schreeuwen en wraakgevoelens krijgen. Doordat mijn cirkel groter geworden is, heb ik tot mijn tachtigste wel genoeg om te schilderen. 

 

'Er zijn een heleboel mensen die naar de vrolijke kant van het leven kijken en het is fantastisch, als je dat kunt. Maar bij mij zitten er waarschijnlijk een aantal genen in mijn lichaam die eerder het drama opzoeken, ik vind niet dat alles holakidee is.' 

Je zou eigenlijk mijn partner Wybe moeten interviewen, hij weet veel meer van kunst dan ik. Hij heeft een prachtige collectie moderne kunst en heeft er veel over gelezen. Ik heb geen kunstopleiding gehad, bij ons thuis kwam kunst ook nooit ter sprake. Dankzij Wybe ben ik anders gaan kijken, heb ik geleerd moderne dingen te waarderen. Met name van Brancusi kan ik helemaal stil worden. De simpele lijnen, de eenvoud ontroeren me. Ik zou er wel meer van willen weten, maar heb het daar nu te druk voor. Kunst is voor mij een object waar je een emotie bij krijgt en dat gemaakt is door iemand die daar zijn gevoel in gestopt heeft. De Belgische schilder Rustin maakt schilderijen van mannen die er niet vrolijk uitzien. Ik zou misschien de neiging hebben om dingen mooier te maken, hij niet. Zijn werk is dramatischer en dat vind ik juist mooi aan hem. Er zijn een heleboel mensen die naar de vrolijke kant van het leven kijken en het is fantastisch, als je dat kunt. Maar bij mij zitten er waarschijnlijk een aantal genen in mijn lichaam die eerder het drama opzoeken, ik vind niet dat alles holakidee is. Ik wil ook naar die andere kant kijken, omdat ik dan het gevoel krijgt dat ik niet de enige ben die dingen voelt zoals ik ze voel. Als ik naar het werk van andere schilders kijk, ben ik eigenlijk altijd aan het werk. Bij oude kunst heb ik twee gevoelens. Enerzijds kijk ik of de kop, de handen, de verhoudingen kloppen, anderzijds kijk ik naar het verhaal. Vaak is de vaardigheid indrukwekkend, maar raakt het mij toch niet echt. Maar misschien kijk ik wel naar de verkeerde. Ik heb de neiging liever naar moderne kunst te kijken. Ik hoop dat mensen mijn realisme ook zien als realisme van deze tijd. Bij oude kunst doet de inhoud mij minder, bij moderne kunst mis ik vaak de ambachtelijkheid. Misschien ouderwets, maar ik vind dat een portret gewoon moet lijken. Dat hoeft niet perse de fysieke gelijkenis zijn, maar kan ook een echte emotie zijn. Frans Hals kon dat, nog beter dan Rembrandt. Bij Picasso’s portretten van vrouwen gaat het meer om de verbeelding van de emotie. Ik ken een portret waarop hij een heel open vrouw schildert, waarop hij een emotie afbeeldt die ik wel herken bij mensen, maar zelf niet zo kan voelen. Ik zit anders in elkaar. 

 

'Ik was uit een generatie van flink zijn, van een tijd waar alleen mannen kunst zouden kunnen maken en kunst ook mannelijk was'

Ik hoop niet dat mensen aan mijn werk zien dat ik een vrouw ben. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ik uit een generatie stam van flink zijn, van een tijd waar alleen mannen kunst zouden kunnen maken en kunst ook mannelijk was. Een vrouw moest trouwen en voor de kinderen zorgen en als ze al creatief was, maakte ze bloemenstillevens. Vrouwen van nu zitten heel anders in elkaar en daar zit ik een beetje tegenaan. Tegen mijn dochter heb ik altijd gezegd voor zichzelf te zorgen, de dingen te doen waar ze zelf achter staat. Wees vrij, vrij, onafhankelijk en zelfstandig. Ze heeft de afgelopen acht jaar in Cairo gewoond waar ze voor de ambassade werkte. Ze heeft er genoten. Als het morgen kan, zou ze zo terug gaan, al is het maar om even te gaan kijken. Ik heb het gevoel dat ze daar eigenlijk naartoe gegaan is om los te komen van haar moeder. Ik heb de afwezigheid van mijn dochter ervaren als een soort amputatie. Maar wat heb ik te vertellen: ze is 33. 

 

Ik schipper altijd tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid. Dat zijn twee kanten van mij. Ik kan maanden eenzaam bezig zijn met een onderwerp zonder dat mensen dat in de gaten hebben. Aan de andere kant wil ik soms naar buiten gaan en mezelf laten zien. Het is het één of het andere. Een aantal schilderijen van mij heb ik Verbonden Vrijheidgenoemd. Dat heeft daar - denk ik - mee te maken. Het ene gedeelte van mij wil heel graag verbonden zijn met mensen - met mijn partner, mijn kind - het andere gedeelte wil heel erg vrij zijn. Vaak komen die gevoelens met elkaar in botsing. Veel mensen zien mij bijvoorbeeld als die celebrity-kunstenaar,degene die altijd maar naar buiten gaat en in de spotlights wil staan. Wat ze niet zien is degene die maanden op een idee broedt en binnen blijft om te schilderen. Dat zie je niet aan de plaatjes in de krant ziet. Ik ben erop gesteld maanden binnen te zijn om te werken, maar wil ook gewoon graag een groot publiek bereiken. 

PASSIE VOOR KUNST

31 PROMINENTE NEDERLANDERS OVER HUN KUNSTSMAAK

 

Voor het boek ‘Passie voor kunst’ en het AVRO-televisieprogramma ‘Liefhebbers’ interviewde Koos de Wilt prominente Nederlanders uit de wetenschap, politiek, het bedrijfsleven over de kunst.

bottom of page