top of page
14.jpeg
1.jpeg
2.jpeg
6.jpeg
9.jpeg
10.jpeg
13.jpeg
12.jpeg

Wandeling met Bart Rutten, artistiek directeur van het Centraal Museum

‘Hier in Utrecht leren ze de lessen van Amsterdam’ 

 

Tekst & foto's van Koos de Wilt voor Collect

In zijn kamer, met op de achtergrond een kunstwerk van zijn dochtertje, doet hij nog even snel een mail eruit. Dan trekt de artistiek directeur van het Centraal Museum zijn jas aan en begint de wandeling door de tentoonstellingsruimten waar een tijdje terug nog 110 duizend bezoekers de caravaggisten tentoonstelling hebben gezien en waar nu druk wordt gewerkt aan een tentoonstelling van de Canadese Amerikaanse kunstenaar Jessica Stockholder. ‘Fantastisch dat wij haar hebben. Zij is iemand die sinds de jaren negentig alle kaders omvergooit. Voor deze tentoonstelling selecteerde de kunstenaar voor het eerst zestig objecten en schilderijen uit een museale collectie, in dit geval die van het Centraal Museum, die ze op spannende wijze combineert met haar eigen bonte en eigenzinnige werken. Een golf van Courbet bijvoorbeeld in de buurt bij een werk van de jonge kunstenaar Britt Dorenbosch. In een van de entresols maakt ze een spiegelpaleis met de historische spiegels uit onze collectie.’ 

 

‘Mijn ambitie is dat mensen niet naar een tentoonstelling gaan en ontdekken dat die bij het Centraal Museum is, maar dat ze bij het Centraal Museum kijken wat er is.’

Dat het museum niet een gebruikelijke vorm heeft wordt hier in de tuin duidelijk. ‘Ons museum is als Fransje, een personage met een extreem sterke arm in Tommy Wieringa’s Joe Speedboot: onze tentoonstellingszalen in de stallen. Deze ruimtes zijn zeer royaal in vergelijking met de rest van het museum. We hebben ook het kloostergebouw waar het schip onder ligt, en de 1920 vleugel waarin je de collectie van het museum vindt.’ Rutten wandelt de tuin verder in naar een nijntje beeld van de ontwerper Richard Hutten. Het museum is er trots op de Dick Bruna-collectie te mogen beheren, vertelt Rutten: ‘Het nijntje museum aan de overkant is voor kinderen van twee tot zes jaar. Daarnaast hebben we veel Japanse toeristen en kunstenaars die nijntje bij ons komen kijken. Ik denk dat het werk van Bruna zo populair is door zijn radicale abstrahering. In zijn tekeningen worden we losgezongen van de werkelijkheid. Het is een schattig konijntje, met achter de dunne lijnen de echte wereld.’ 

 

Zichtbaarheid

We lopen door een zilveren poort naar de Agnietenstraat en het Nicolaaskerkhof, het plein voor het museum. Volgens Rutten zou het museum hier nog zichtbaarder kunnen zijn. ‘Je hebt vergunningen en gezamenlijke plannen nodig om het hier anders te doen. Daarom hebben we hier met ledschermen in de pui een nieuwe variant op het glas in lood aangebracht. Nu is er een prachtige animatie van de  jonge Utrechtse kunstenaar Johan Rijpma te zien. Het is een geweldig werk geworden dat het museum heel zichtbaar maakt en ’s avonds om negen uur weer uitgaat. Het mooie was dat ik, toen ik hier twee jaar geleden begon, we daar gelijk mee aan de slag konden gaan. Er was geld voor een sculptuur op het plein voor de deur. We hebben toen bedacht deze ledschermen aan te brengen en om een open sokkel te maken zodat je kunt wisselen. We beginnen met David Jablonowski, waarschijnlijk in juni. Het wordt in combinatie met de schermen echt een podium voor de buitenwereld.’ 

 

‘Het mooie is nu dat dat diverse, dat kameleonistische van dit museum, juist heel erg van deze tijd is. En ook bij mij past.’

 

Als het aan Rutten ligt, is er meer dan de fysieke zichtbaarheid. Rutten: ‘Ik wil bereiken dat het voor mensen duidelijk is wat het Centraal Museum is. Ik moet dat nu nog regelmatig uitleggen. We hebben een kerncollectie die bestaat uit de onderdelen stadsgeschiedenis, moderne en hedendaagse kunst, oude kunst, mode, vormgeving en Bruna. Het mooie is nu dat dat diverse, dat kameleonistische, juist heel erg van deze tijd is. En ook bij mij past. De tentoonstelling van Jessica Stockholder is daar ook een voorbeeld van. Daarbij laat ze ook de canon en het belang van kunsthistorische stromingen los en werkt veel vrijer, tegelijkertijd associërend met bijvoorbeeld een kast van Rietveld, een spiegel van Maarten Baas en stillevens van Pyke Koch en Michael Kirkham. In de jaren negentig was er een tendens om een monomuseum te maken, nu willen we verbinden en het actuele een inbedding geven. We willen historische diepgang geven aan wat er nu gebeurt. En binnen de breedte is het eenvoudiger ander stemmen toe te laten, diverser te worden. Daarin loopt ons museum voorop met zo’n brede collectie.’ 

'In de jaren negentig was er een tendens om een monomuseum te maken, nu willen we verbinden en het actuele een inbedding geven.' 

Vrede van Utrecht

De artistiek directeur loopt naar de achterkant van de stallen, over de lommerrijke Manenburg, de stadswallen op. Rutten was acht jaar lang conservator en later hoofd collectie bij het Stedelijk in Amsterdam. Waar woont hij nu? ‘Toen het AD mij bij mijn aanstelling vroeg waar ik woonde, zei ik dat ik in een voorstad van Utrecht woonde, in Amsterdam Oost. Mijn vrouw werkt er en mijn zoon en dochter zitten er op school en het is natuurlijk maar 20 minuten met de trein. Ik heb trouwens acht jaar met veel plezier in Utrecht gewoond. Ik heb hier Algemene Letteren gestudeerd en ben er afgestudeerd in kunstgeschiedenis en cultuureducatie. Ik hou ervan om steeds ergens acht jaar te werken. Je hebt twee jaar nodig om de diepte en breedte van de collectie te leren kennen en daarna kun je branden. En dat kan nu in Utrecht. Hier is die ruimte en ambitie.’ 

 

We lopen de Oudegracht op, een gracht met een rijke geschiedenis. Rutten: ‘De Vrede van Utrecht van 1713 is hier in deze stad getekend omdat de gracht hier breder was dan in Amsterdam en er dus meer koetsen van hoogwaardigheidsbekleders over konden rijden. Utrecht is een fabelachtig mooie stad waar er nog een mooie balans is tussen de bewoners en toeristen. Ze leren hier de lessen van Amsterdam. Kort geleden gidste ik een Amerikaanse, een van de grootste verzamelaars van de wereld, door Utrecht en zij sloeg daar steil van achterover, zo mooi vond zij het. Utrecht is heel bescheiden. Niet voor niets dat nijntje zo omarmd wordt als stadssymbool. Die bescheidenheid kenmerkt de Utrechtenaar. Je mag niet te hard roepen dat je de beste bent, maar ondertussen vindt men dat wel. Het is de hoogst opgeleide stad van Nederland en er wonen hier de meeste kinderen tussen nul en drie jaar. Een stad van de toekomst. Veel mensen die hier gestudeerd hebben, blijven hier ook vaak wonen.’

 

Vrede van Utrecht

Utecht is volgens Rutten ook een stad die heel erg op het biologische en duurzame zit. We nemen een kop koffie en taartje in het biologisch koffietentje Keek aan de Oudegracht. Rutten wijst naar een huis aan de overkant, het huis van Pyke Koch. ‘Daar hebben we vorig jaar nog een tentoonstelling over gemaakt, een slimme en knappe kunstenaar. Rechts daar is het café waar Dirkje Kuik vaak kwam, een prachtige kunstenaar en een van de eersten in Nederland die zich heeft laten ombouwen van man tot vrouw. De geschiedenis ligt hier op straat.’ We staan weer op en buigen af door de Vrouwjuttenstraat richting de “museum mile”, over de Lange Nieuwstraat, het museumkwartier van Utrecht. Hier zijn het Catharijneconvent, het Universiteitsmuseum en het Centraal Museum met het nijntje museum gevestigd. We steken de straat over en lopen door de binnentuinen van het Catharijneconvent doorstekend naar de Nieuwegracht: ‘Dit is de mooiste gracht van Utrecht, vind ik. Geen winkel en horeca te bekennen, behalve dan een bakkertje. Het is hier wat je ook kunt ervaren als je een zijstraat inloopt in Venetië: geen toerist te bekennen. Toen ik hier kwam werken, kreeg ik een handgeschreven brief van iemand die hier zijn huis ging verkopen en vond dat ik het zou moeten kopen. Ik had toen nog maar een beperkte aanstelling, dus niet gedaan. Inmiddels zijn de prijzen geëxplodeerd, net zoals in Amsterdam.’

 

De wandeling eindigt bij de kroeg Rubens Proeflokaal. Een plek waar het Utrechtse chique een borreltje komt drinken na het werk. Helaas is het nu nog te vroeg. Back to work. Terug in het museum nemen we afscheid onder het werk ‘Shading monument’ van de Turkse kunstenaar Cevdet Erek met een tekst in schaduw over hoe kunstenaars erop uit trekken om nieuwe werelden te ontdekken. Rutten: ‘Dat kun je verbinden met bijvoorbeeld de caravaggisten die er ook op uit trokken om ergens anders in de wereld te leren om dat weer mee naar huis te nemen. Dat is wat kunstenaars doen, in het verleden en nu. Dat is waar het museum voor staat. Aan ons de taak verbindingen te maken.’

 

[2019]

 

 

bottom of page