top of page

‘Turken willen zelf hun keuzes maken, ze willen zelfstandig zijn’
Fatma Koser Kaya, Tweede Kamerlid van Turkse afkomst



 

Tekst: Koos de Wilt | Fotografie: Rachel Corner

 

Ik ben op zesjarige leeftijd met mijn ouders en broertjes en zusjes naar Nederland geëmigreerd. Waar wij vandaan kwamen was niet een echt emigratiegebied. Onze geboortestreek Çarsamba ligt aan een van de grote steden in het noorden van Turkije, Samsun, het Parijs van de Zwarte Zee. Het wordt gezien als de stad van Atatürk, een seculiere, moderne stad. Ik herinner mij mijn geboortestreek als en prachtig gebied met veel groen, bergen en de zee. Ik zie mij nog zelfverzonnen liedjes zingen langs de velden. Ik weet ook nog dat ik vaak in de fruitbomen klom en dat mijn moeder mij er dan steeds moest uithalen. Mijn vader ging op gegeven moment in Nederland aan de slag als productiemedewerker bij een fabriek in Etten-Leur. Niet lang daarna, in het voorjaar 1974, volgde zijn gezin om te komen wonen in Bergen op Zoom. Later werd in daar ook nog mijn jongste zusje geboren. Veel Turken herinneren zich dat, toen zij in Nederland aankwamen, het er koud en regenachtig was, maar ik herinner mij vooral een zonnig land. Ik weet ook nog dat ik in het vliegtuig naar Nederland mijn eerste banaan kreeg en mijn eerste cola. Kortom, ik heb er alleen mooie herinneringen aan.  

 

'Net als in veel andere Turkse gezinnen zagen mijn vader en moeder geen verschil tussen meisjes en jongens als het gaat om opleiding.' 

Mijn ouders stonden open voor de wereld. Toen in Bergen op Zoom Turkse films werden gedraaid, zei mijn zus: ‘ik ga daar niet naartoe, tussen al die mannen staan’. Mijn vader vond juist dat zij moest gaan kijken en zich niet laten weerhouden door die mannen. Mijn zus is 8 jaar ouder dan ik. Ik kon van haar leren. School was ook belangrijk, voor alle kinderen. Net als in veel andere Turkse gezinnen zagen mijn vader en moeder geen verschil tussen meisjes en jongens als het gaat om opleiding. Zelfstandig worden was heel belangrijk. Ik kreeg al heel jong de verantwoordelijkheid van mijn ouders. Je wordt daardoor bewust van wat je wilt en hoe je dat kunt bereiken. Ik weet nog dat ik met mijn vader naar de lagere school ben gegaan om mijn Cito-toets te bespreken. We bespraken toen ook maar even hoe het met mijn broertje moest gaan hahaha... Ik heb er toen zelf voor gekozen om niet naar een standaard scholengemeenschap te gaan waar iedereen naar toe ging, maar naar iets bijzonders. Ik wilde nooit aansluiten bij een groep, maar mijn eigen keuzes maken, opkomen voor mezelf. Vaak wordt individualisme verward met egoïsme, maar individualisme houdt óók in dat je rekening houdt met anderen om je heen. En zo ben ik ook opgevoed. Al mijn broers en zussen hebben hun eigen keuzes gemaakt en hebben daar soms over moeten onderhandelen. Ik was de eerste die uit huis ging en op kamers ging wonen. Daar moest ik het eerst over hebben.

 

'Ik wilde nooit aansluiten bij een groep, maar mijn eigen keuzes maken, opkomen voor mezelf. Vaak wordt individualisme verward met egoïsme, maar individualisme houdt óók in dat je rekening houdt met anderen om je heen.'

Bij veel Turkse studenten vind ik die behoefte om eigen keuzes te maken sterk terug. Ook in geloofskwesties. Ik ben gelovig en ook nog eens islamitisch en daar zijn er niet veel van binnen D66. Maar omdat ik vind dat iedereen zijn eigen keuzes moet kunnen maken, hoor ik juist bij D66 thuis en hoort mijn geloof daar bij. Het geloof dat je hebt, is een persoonlijk geloof. Je moet goed zijn in je hart. Dat is ook de basis van alle geloven: wees goed voor de ander. Als je vanuit deze basis naar de wereld kijkt, dan kom je vanzelf uit bij hele universele waarden. Een humanist heeft niet minder normen en waarden dan een Christen, een Hindoeïst of een Islamiet. Ik kan mij ook heel erg storen aan mensen die spreken over normen en waarden en dan alleen refereren aan een Christelijk-Joodse traditie. Geloof maakt mensen soms beperkt in hun denken. Ook islamieten. Als ik de Koran opensla, dan lees ik: ‘En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun blik neerslaan en hun seksuele verlangens onderdrukken, en dat zij hun verfraaiingen niet tonen behalve wat daarvan zichtbaar is.’ Maar welke verfraaiingen moet je bedekken? Dat hebben mannen ooit bepaald. Waarom zouden vrouwen niet zelf uitmaken wat dat is? Ik begrijp al die vrouwen niet dat ze dat accepteren.

 

'Als ik de Koran opensla, dan lees ik: ‘En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun blik neerslaan en hun seksuele verlangens onderdrukken, en dat zij hun verfraaiingen niet tonen behalve wat daarvan zichtbaar is.’ Maar welke verfraaiingen moet je bedekken? Dat hebben mannen ooit bepaald. Waarom zouden vrouwen niet zelf uitmaken wat dat is?' 

 

Tussen mijn broer en ik zit een jaar verschil, maar wij hebben ons altijd gedragen als een soort tweeling. We hebben vanaf de lagere school bij elkaar in de klas gezeten. Doordat mijn vader op jonge leeftijd, als gevolg van een ongeluk, overleed, stonden wij er al snel alleen voor en hebben wij de verantwoordelijkheid snel op ons genomen. Mijn moeder zorgde voor ons, mijn broer deed de financiën en ik was het gezicht naar buiten. Ik deed de gesprekken over van alles wat met thuis te maken had en hij deed vervolgens het financiële. Hij is nog steeds goed in geld en ondernemen. En met die Turkse ondernemingsgeest past hij goed in de Nederlandse samenleving. Turken willen zelf de baas zijn. Dat blijkt ook: het aantal ondernemers onder allochtonen is twee keer zo groot als onder de autochtonen. Een verschil tussen Turken en Nederlanders is vaak dat het chauvinisme bij Turken wat meer aan de oppervlakte ligt. Maar ik heb gemerkt dat Nederlanders dat ook heel sterk hebben. Maar wij Nederlanders lopen er niet zo veel mee te koop wat wij bereikt hebben. Turken zijn wat dat betreft minder diplomatiek. Turken zijn ook materialistischer dan Nederlanders. Voor Turken lijkt de auto die je rijdt en het bankstel dat je hebt belangrijker dan voor Nederlanders. Ik denk dat ik anders ben. Als ik een mooie boekenkast wil, dan wil ik een bijzondere boekenkast.

'Een verschil tussen Turken en Nederlanders is vaak dat het chauvinisme bij Turken wat meer aan de oppervlakte ligt.' 

Na mijn middelbare school wilde ik eigenlijk internationaal recht studeren, maar dat kon niet aan de universiteit in Tilburg. Voordat ik zou gaan switchen heb ik het jaar afgemaakt en aangekeken hoe de studie Nederlands Recht mij beviel. Ik had het naar mijn zin in Tilburg en zo ben ik gebleven en heb de studie afgemaakt. Daardoor liet ik de mogelijkheid open om advocaat te worden. Dat pragmatisme in mij is Turks, maar het is ook heel Nederlands. Als er een probleem is, dan moet dat opgelost worden. Linksom, rechtsom of anders rechtdoor. Bij de FNV kreeg ik vaak de zwaardere juridische klussen en ik merkte dat ik er vaak beter in slaagde een creatieve oplossing te verzinnen voor het probleem. Daar genoot ik ook enorm van. Ik denk vanuit mogelijkheden. Ik heb ook geen ideologie, alleen maar idealen. Een ideologie beperkt je blik om de feiten te zien. Ik benader problemen liever vanuit de mens. Ik heb als Tweede Kamerlid portefeuilles zoals zorg, sociale zaken, zorghuisvesting, ontwikkelingssamenwerking. En steeds als rode draad: de mens staat centraal, wat je doet moet de mensen ten goede komen.

'Ik denk vanuit mogelijkheden. Ik heb ook geen ideologie, alleen maar idealen. Een ideologie beperkt je blik om de feiten te zien.'

Toen ik vijf jaar bij de vakbond had gewerkt, vond ik het tijd worden dat er iets nieuws gebeurde in mijn carrière, ofwel in de breedte ofwel in de diepte. Ik zat toen in een zoektocht die veel vrouwen hebben. Hoe kom je door het glazen plafond? Dat plafond was er zeker, maar ik kan soms boos worden op vrouwen die het vuur in zichzelf zo weinig aanspreken. Waar een wil is een weg. Als je voor jezelf hebt uitgemaakt wat je wilt, moet je er ook all the way voor gaan, vind ik. Dan moet je de gaten zoeken waardoor je wel verder komt. Ik zie dat ook vaak bij allochtone jongeren die vaak in hun eigen wereld blijven. Zonder je wortels los te laten, vind ik dat je ook naar buiten moet durven treden, het heft in eigen handen nemen en gaan netwerken om een stap verder te komen. Uit onderzoek blijkt dat zodra allochtone jongeren erin zijn geslaagd een stageplaats te vinden en ergens komen werken, dat ze dan niet minder betaald krijgen. Het is gewoon een kwestie van even je best doen om op die plek te komen. In 1993/94 was het heel moeilijk om aan een baan te komen. Ik studeerde in 1993 af en heb ik me suf gesolliciteerd. Ik werkte toen als honderd gulden griffier naast mijn studie. Na mijn studie kwam er op een gegeven moment iemand van een advocatenkantoor die vroeg of ik bij hem wilde komen werken. Ik geloof heel erg in het netwerkverhaal, van het een komt het andere. Zo ben ik ook na de vakbond bij het advocatenkantoor gaan werken dat de hoge beroepzaken deed voor de vakbond. Vervolgens werd ik beëdigd als rechter plaatsvervanger. Na een zitting vroeg een rechter mij of ik rechter plaatsvervanger wilde worden. Hij had mij zien optreden als advocaat en mijn optreden sprak hem aan.

 

'Ik vind dat we er alles aan moeten doen talentvolle mensen vast te houden, al was het alleen maar economische overwegingen. Nederland exporteert twee keer zoveel aan Turkije als omgekeerd. '

Ik ben mij nooit bewust geweest van mijn allochtone afkomst. Eigenlijk pas sinds ik in de Tweede Kamer zit en het heel vaak een politiek item is geworden. Als advocaat in arbeidsrecht en sociale verzekeringsrecht had ik voornamelijk autochtone cliënten. Ook bij de vakbond stond ik vooral witte mannen en vrouwen bij. Het ging er vooral om dat ik de zaak goed behandelde. Tijdens mijn studie en als scholier in Bergen op Zoom heb ik mij altijd opgenomen gevoeld in de maatschappij waarin ik leefde. Door mijn dubbele achtergrond heb ik geleerd mij makkelijk te bewegen in verschillende werelden. Ik waardeer boerenkool met runderrookworst en ik hou van gevulde wijnbladeren. Je bent zo gewend aan verschillende achtergronden waar je vanwege je eigen achtergrond ook voor staat, dat je ook heel snel leert ook te kijken naar mensen om je heen. Waardoor je je ook makkelijk beweegt en zintuigen ontwikkelt voor verhoudingen en gevoelens van anderen. Als ik zie hoeveel talent met biculturele achtergrond er op dit moment op de universiteiten, HBO’s en MBO’s rondloopt, dan denk ik: daar moeten we zuinig op zijn. Ik zie de passie en hoe ze hun best doen om deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. Daar moeten we blij mee zijn. Zeker de jeugd, want die voelt zich helemaal niet aan grenzen gebonden. Talentvolle studenten ook met een Turkse achtergrond, of waar dan ook, krijgen op een gegeven moment genoeg van de sfeer in Nederland en vertrekken. Misschien naar Turkije, maar misschien ook wel naar Amerika. Ik vind dat we er alles aan moeten doen talentvolle mensen vast te houden, al was het alleen maar economische overwegingen. Nederland exporteert twee keer zoveel aan Turkije als omgekeerd. Turkije is een opkomende economie. Je hebt hier in Nederland vele duizenden studenten die Turks van huis uit spreken. Maak daar gebruik van!

 

In 2009 interviewde Koos de Wilt voor het boek De weg naar succes 18 allochtone vrouwen op hun weg naar succes. Daarnaast had hij gesprekken met vier prominente Nederlanders over hun ervaringen met deze vrouwen. Wat zijn hun professionele en levenservaringen?

NRC Handelsblad over De weg naar succes

'De weg naar succes is moeizaam. Een lijdensweg soms. Maar wel de moeite waard. Dit is niet de boodschap van een somber zelfhulpboek, maar de rode draad van een bundel portretten van carrièrevrouwen met verschillende culturele achtergronden.’

Luister hier naar een interview met Koos over het boek

Lees andere voorbeelden

Lees hier de interviews over allochtone vrouwen op weg naar succes met Alexander Rinnooy Kan, Tineke Bahlmann, Heleen Mees en Harry Starren

bottom of page