Samira Bouchibti, Marokkaanse achtergrond
‘Soms leidt frustratie tot daadkracht’
Tekst: Koos de Wilt | Fotografie: Rachel Corner
Als kind al wilde Samira Bouchibti journalist worden. Dat is gelukt. Ze heeft gewerkt als schrijvend journalist en televisiemaker, maar ook als moderator, programmamaker, publicist en schrijver van het boek “De Moslim bestaat niet”. In november 2006 kwam ze op haar 36-jarige voor de PvdA in de Tweede Kamer. Bouchibti: ‘Als journalist ben je de watchdog van de samenleving, heel belangrijk, maar als parlementariër kun je werkelijk veranderingen in beleid realiseren. Je bent immers mede wetgever en je controleert en stuurt de regering.’ Samira Bouchibti is in 1970 in Fez geboren, één van de vier koningsteden en de op twee na grootste stad van Marokko. Toen ze twee was, stapte ze met haar moeder, broers en zussen, in het kader van gezinshereniging, op het vliegtuig naar Nederland. Op weg naar haar vader die al in Haarlem woonde en als lasser werkte bij Stork. Later werd er nog een klein broertje geboren in het gezin. Met zeven kinderen waren ze toen. Bouchibti: ‘Tot mijn veertiende ging ik ervan uit dat we teruggingen naar Marokko. Maar daar is het nooit van gekomen. Inmiddels zijn we bij de derde generatie beland. De dochter van mijn oudste broer zus is al achttien. Voor haar betekent Marokko iets heel anders dan voor mijn ouders. Vroeger stonden Marokkanen bekend als harde werkers die niet zeurden, inmiddels zijn de meeste Marokkanen goed geïntegreerd en kunnen net zo goed klagen als Hollanders, bijvoorbeeld over het weer.’
'Ik word soms moe van de vraag of ik nu een Nederlander ben of Marokkaan. Ik ben allebei. Het kan ook allebei!'
Marokkaan én Nederlander
‘Helaas is mijn vader vijf jaar geleden overleden. In Marokko. Mijn moeder woont hier nog. Ik bel haar elke dag wel even en zie haar om de paar dagen. Morgen ga ik weer lekker bij haar eten in Haarlem. Ik word soms moe van de vraag of ik nu een Nederlander ben of Marokkaan. Ik ben allebei. Het kan ook allebei! Het zaadje is gepland in Marokko, mijn wortels liggen daar. Maar Nederland is mijn thuis. De wortels blijven in je zitten, die krijg je er niet uit, al woon ik hier nog zestig jaar. Dat heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat ik mij in verschillende werelden kan bewegen. Ik begrijp beter dat dingen feitelijk anders zijn als je ze vanuit een ander perspectief bekijkt. Makkelijk is ook dat ik als Nederlander kritisch kan zijn naar de Marokkanen, en kritisch kan zijn naar de Nederlanders omdat ik Marokkaanse ben. In de Marokkaanse cultuur zijn bijvoorbeeld bepaalde zaken taboe en mag je er niet over praten. Ik waardeer de Nederlandse cultuur dat we wel open zijn, al is dat soms een beetje op het botte af. Ik zie steeds meer dat er in Marokkaanse gezinnen over zaken zoals bijvoorbeeld homoseksualiteit gepraat kan worden. Precies zoals dat bij bijvoorbeeld gereformeerde gezinnen langzaam heeft moeten groeien. Als het om dit soort zaken gaat, wordt er zo makkelijk in stereotypen gepraat. Maar de Marokkaan bestaat helemaal niet. Een Marokkaan in het Noorden is een heel ander iemand dat iemand van het Zuiden. Net als een Groninger anders is dan een Amsterdammer of iemand die uit Oss komt. Ik ben zelf geboren in Fez in een gezin met een niet opgeleide vader en een moeder die analfabeet was. Dat vormt je. En ondanks dat ik alleen maar als baby en peuter in Fez heb gewoond, blijft het mijn thuis en kom ik er vaak terug. Ik heb het er daar ook zien veranderen. De maatschappij is vrijer en ook harder geworden. Mensen durven onder koning Mohammed VI veel meer te zeggen dan onder zijn vader, Hassan II. Er wordt ook veel geïnvesteerd vanuit Spaanse organisaties en er wordt heel veel gebouwd.’
'Ik ben zelf geboren in Fez in een gezin met een niet opgeleide vader en een moeder die analfabeet was. Dat vormt je.'
Beschavingsdebat
‘Het beschavingsdebat zoals dat nu wordt gevoerd, waarbij het gaat over Verlichtingsdenken en de bloeiperiode van de Islamitische wereld velen eeuwen terug is iets dat geheel buiten de reële belevingswereld ligt van de mensen die hier naartoe zijn gekomen. Zij kwamen uit armoe, uit noodzaak en soms uit pure wanhoop. Hoe kun je nu tegen gastarbeiders zeggen dat ze eerst verlicht moeten worden? Vaak weten zij niet eens waarover gesproken wordt. Deze discussie wordt door de elite gevoerd. Mensen die komen werken willen eerst de buik vol hebben en overleven. Bovendien, deze elitaire discussie kan je niet eens met een gemiddelde Nederlander voeren. Alles wordt op dit moment geïslamiseerd. Daar ben ik tegen. Het is namelijk geen probleem van de Islam, het is en probleem van mensen, een cultureel probleem. Als je groepen in de hoek zet dan gaan ze zich er ook naar gedragen. Dan gaan ze hoofddoeken dragen die ze voorheen nooit droegen en kunnen ze radicaliseren, ook in hun geloof. Een enkeling roept wel eens dat Nederland een moslimstaat moet worden. Er zijn ook mensen die zeggen dat Jezus nu hier op dit moment op aarde rondloopt. Ik neem deze mensen niet serieus, het is allebei onwaarschijnlijk. De vraag is wat je op de voorpagina van De Telegraaf wilt lezen. Mijn persoonlijke voorbeelden zijn Jan Schaefer – niet lullen maar poetsen – en Joop den Uyl. Allebei waanzinnig goede politici. Mijn ouders begrepen niet veel van politiek, maar den Uyl was goed. Hij sprak mijn ouders aan zonder dat ze konden lezen: hij stond voor hard werken, opgeruimd zijn, verantwoordelijkheid nemen. Hij vertegenwoordigde ook een soort calvinisme van zuinig zijn en alleen uitgeven als je iets hebt.
'Het is namelijk geen probleem van de Islam, het is en probleem van mensen, een cultureel probleem. Als je groepen in de hoek zet dan gaan ze zich er ook naar gedragen.'
Geloven
Ik geloof in God. Punt. Dat is mijn enige antwoord als mensen vragen of ik islamitisch ben. Ik ben niet Christen, wel Moslim. Ik geloof in het scheppingsverhaal zonder daarbij de evolutietheorie los te laten. Ik geloof erin dat iemand over ons waakt. Er is nagedacht over hoe wij zijn gemaakt. Kijk alleen maar naar ons lichaam. Of je het wilt of niet: geloof speelt een voor veel mensen een belangrijke rol in hun leven. Ik ben niet van mening dat als Marokkaanse wilt trouwen met een Nederlander dat hij dan Moslim moet worden. Het geloof schrijft het voor, maar ik ben voor vrijheid blijheid. Het is ook een probleem in de Marokkaanse gemeenschap dat er veel hoogopgeleide vrouwen zijn die op zoek zijn naar een gelijkwaardige man. Nog meer dan dat dit geval is bij Nederlandse hoogopgeleide vrouwen. Ik heb zelf single. Ik heb zelf geen speciale voorkeur voor een Marokkaan of een Nederlander. Het moet een aardige, lieve, intelligente gewone man zijn. Ik vertrouw erop: ik word gevonden. Daar vertrouw ik op.
In mijn werk merk ik dat het Marokkaanse temperament soms boven komt drijven en dat ik daar voordeel van kan hebben. Ik lijk ook soms bozer dan in werkelijk ben. Ik heb veel meer expressie in mijn gezicht en mijn gebaren dan een gemiddelde Hollander. Dat hebben Marokkanen gemeen met Spanjaarden Italianen en Fransen. Vanuit mijn Marokkaanse achtergrond merk ik ook dat vrouwen goed kunnen managen, dingen regelen (multitasken). Dat leer je in het huis waar de vrouw de baas is. Je krijgt als meisje al snel veel verantwoordelijkheid van je moeder. Helaas is dat verantwoordelijkheidsgevoel bij meisjes veel sterker dan bij jongens. Meisjes worden soms letterlijk aan hun haren getrokken als het over hun verantwoordelijkheid gaat. Jongens mogen lekker buiten spelen en worden anders, vrijer opgevoed. Ik vind dat je je kinderen gelijk moet opvoeden. Niet dat je dochter van achttien om zeven uur thuis moet zijn en de zoon van dertien om een uur of tien. Dat kan niet. Steeds meer Marokkanen vinden dat ook en voeden hun dochter iets minder streng op en hun zoon iets strenger. Het is heel frustrerend te zien dat meisjes gevangen worden gehouden in hun eigen cultuur. Ik ben ervan overtuigd dat het niet lang duurt dat veel Marokkaanse vrouwen op belangrijke posities komen doordat ze zo hard gestudeerd hebben. Maar tegen welke prijs? Heel veel allochtone meisjes zijn op dit moment depressief, omdat ze als achttienjarige behandeld worden alsof ze twaalf zijn. Het is vermoeiend en zwaar door én je moeder, én je vader én je broers in de gaten gehouden te worden en daarnaast veel verantwoordelijkheid te moeten dragen in huis.
'Vanuit mijn Marokkaanse achtergrond merk ik ook dat vrouwen goed kunnen managen, dingen regelen (multitasken). Dat leer je in het huis waar de vrouw de baas is.'
Grote gezinnen, meer geldingsdrang
Als ik spreek met Hollandse vijftig plus vrouwen dan herkennen ze heel veel van wat er op dit moment in de Marokkaanse gemeenschap leeft. Je kon in de jaren vijftig hier toch niet aankomen met een katholieke man als je zelf protestant was. Uit huis wonen, in een andere stad studeren, de pil. Dat waren vrijheiden die bevochten moesten worden. Dat zijn dingen waar Marokkaanse vrouwen nu ook voor staan. Door de beperking word je heel strijdvaardig en ga je goed nadenken wat je wilt en hoe je dat kunt bereiken. Veel vrouwen met deze achtergrond blijken een sterke visie te hebben en een duidelijk doel waarvoor veel moet wijken. Ze laten zich niet meer zo makkelijk tegenhouden als ze beslissing hebben genomen ergens voor te gaan. Ik word dagelijks benaderd door jonge Marokkaanse meiden over hoe ze verder kunnen komen, hoe ze journalist kunnen worden bijvoorbeeld. Ik ervaar een enorme geldingsdrang bij deze meisjes. Zeker ook in grote gezinnen, wat veel Marokkaanse gezinnen zijn, moet je extra je best doen om niet overgeslagen te worden. Dat maakt je sterk. Ik ben zelf op drie na de jongste, ik heb daar ook iets van meegekregen. Deze sterke vrouwen vind je steeds vaker op de werkvloer en zij laten steeds meer hun invloed gelden. De werksfeer, de manier van spreken verandert daardoor. Er is meer openheid en er wordt meer gesproken. Dat kan een voordeel zijn als partijen open staan voor elkaar. Je ziet hetzelfde als er andere culturen op de werkvloer komen. Dat kan een enorm voordeel opleveren. Maar integreren betekent dat je van elkaar leert, dan heb je er wat aan. Het moet van twee kanten.
gepubliceerd in 2010
NRC Handelsblad over De weg naar succes
'De weg naar succes is moeizaam. Een lijdensweg soms. Maar wel de moeite waard. Dit is niet de boodschap van een somber zelfhulpboek, maar de rode draad van een bundel portretten van carrièrevrouwen met verschillende culturele achtergronden.’
Lees andere voorbeelden
-
Oost-Turkije