top of page
fd persoonlijk
Passie voor kunst

CV 

Maya (Marianne Yvonne) Meijer-Bergmans is op 9 oktober 1944 geboren. Na haar HBS A diploma deed ze een architectuur & tekenopleiding, propedeuse Rechten en voltooide een PR-opleiding bij het NGPR. In 1994 behaalde ze haar doctoraal Kunstgeschiedenis (Specialisatie: architectuur, moderne kunst en kunstmanagement). Ze liep stage bij Moët & Chandon in Epernay (Frankrijk), werkte op de Afdeling Kunstzaken Gemeente Den Haag, deed een opleiding bij een architectenbureau en zat in het bestuur van de Kievitschool in Wassenaar. Ze was actief bij de renovatie van Auberge de Kievit in Wassenaar en voor de oprichting en het runnen van de daar gevestigde galerie. Daarnaast was ze verantwoordelijk voor de renovatie van het  Promenade Hotel te Den Haag (w.o. het oprichten van de galerie en het vervaardigen van de catalogus van de grote kunstcollectie Promenade) en de renovatie van het Atlantic Hotel te Kijkduin. Ze is op dit moment directeur Holding van het Promenade Hotel, directeur GAEA Consultancy B.V. (ontwikkeling kunst-  en cultuurprojecten) en voorzitter MAB Art Fund, verantwoordelijk voor ontwikkeling en uitvoering van kunst- en cultuurprojecten in opdracht van de MAB. In 2001 is ze directeur geworden van de Stichting Sculptuur Lange Voorhout. Daarnaast heeft ze bestuursfuncties bij de Stichting Logeerhuis Vrije Universiteit Prof. dr. Pinedo, De Taller Stichting, de Stichting Promotie Den Haag, de Stichting Vrienden van de Kievitschool, het Ronald McDonald huis van het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag, de Stichting beheer Nederlandse kastelen, de Haagse Vereniging van 1854 tot verbetering van woningen en is ze ‘ambassadeur’ bij de Stimulansgroep Vernieuwing Theater Diligentia.

Boek over wat mensen hebben met kunst

Voor het boek ‘Passie voor kunst’ en het AVRO-televisieprogramma ‘Liefhebbers’ interviewde Koos de Wilt prominente Nederlanders uit de wetenschap, politiek, het bedrijfsleven over de kunst.

'Als het je meezit en je hebt een grote liefde, vier gezonde kinderen, dan vind ik dat je ook iets terug moet doen voor de maatschappij.’

Maya Meijer-Bergmans, Kunsthistorica/directeur Promenade hotel/Den Haag Sculptuur

Interview van Koos de Wilt voor Passie voor kunst

 

Ik vind heel veel zaken interessant. Dan denk ik aan de politiek, geschiedenis, ontwikkelingen in de wetenschap en kunst en cultuur. Een praktische kant is mij ook niet vreemd. Zoiets van: Jongens dit gaat allemaal niet goed hier, wat doen we eraan en hoe snel kan dit weer op orde zijn. Daarom heb ik er waarschijnlijk moeite mee, een heel leven op één ding te zitten. Ik ben liever bezig om dingen en mensen met elkaar te verbinden. Ik zit in veel besturen, vind kunst fascinerend en daarbij vind ik het belangrijk om mensen te helpen die dat nodig hebben. Daarnaast heb ik altijd veel tijd in mijn gezin gestoken. Ik ben nog net van de tijd dat mensen een studie afbraken als ze gingen trouwen. Ik had drie kinderen voordat ik 25 was. Achteraf is het natuurlijk fantastisch dat ik mijn kinderen zo vroeg heb gekregen. Ik heb nu tijd om dingen te doen die ook in mij zitten.

 

'Na de middelbare school zou ik rechten gaan studeren, de kamer in Leiden was al geregeld toen ontmoette ik de man met wie ik getrouwd ben. De beste beslissing van mijn leven.'

Na de middelbare school zou ik rechten gaan studeren, de kamer in Leiden was al geregeld toen ontmoette ik de man met wie ik getrouwd ben. De beste beslissing van mijn leven. Snel daarna kreeg ik drie kinderen en toen ik weer rechten wilde gaan studeren, kwam de vierde en ben ik ermee gestopt. Ik had inmiddels wel een opleiding voor public relations gevolgd, ben parttime voor een architectuurkantoor gaan werken en ben ook nog bij de afdeling kunstzaken van de gemeente Den Haag terechtgekomen. Uiteindelijk ben ik, toen de vierde een jaar of vier was, kunstgeschiedenis gaan studeren. Dat kwam eigenlijk doordat mijn schoonvader een hele bijzondere, grote kunstcollectie had, een hele persoonlijke keuze, van Haagse kunstenaars van na de Tweede Wereldoorlog. Die wilde ik uit gaan breiden en heb daarvan, als keuzevak een catalogus gemaakt. Ik ben afgestudeerd in kunstmanagement. Ik ben gefascineerd door het menselijk handelen en denken, het waarom? Hoe komt het dat de ene mens een aantal van de doelen in zijn of haar leven bereikt en waarom bij anderen, met de beste bedoelingen, alles in de soep loopt. Daar zit kunst ook heel erg dicht tegenaan. Ik ben afgestudeerd op de grote naoorlogse Duitse kunstverzamelaars Peter Ludwig, zijn collectie en Zion netwerk. Hij was kunsthistoricus en gehuwd met een erfgename van een chocoladefabrikant, die ook kunsthistorica was. Via kunst en chocola heeft Peter Ludwig zijn netwerk aan twee kanten uitgebreid. Dat fascineert me enorm. Ludwig deed dat heel slim. Hij kreeg bijvoorbeeld de beste plek voor zijn chocoladefabriek in Berlijn en bood dan de gemeente een groot aantal Pop-art werken aan. Na verloop van tijd werd om de groeiende collectie een museum gevormd. Die brede oriëntatie, die belangstelling in het leven in zijn algemeenheid en in mensen, politiek, kunst, financiën en de samenhang daartussen blijft mij boeien.

 

'Ik ben afgestudeerd in kunstmanagement. Ik ben gefascineerd door het menselijk handelen en denken, het waarom? Hoe komt het dat de ene mens een aantal van de doelen in zijn of haar leven bereikt en waarom bij anderen, met de beste bedoelingen, alles in de soep loopt.'

Kunst moet voor mij wel esthetisch, maar niet perse mooi te zijn. Van Lucian Freud kan ik intens genieten. Hij laat het verval zien, hoe dingen werkelijk zijn of uiteindelijk worden, voordat dit verval toeslaat. Freud schildert iemand van achttien op zo'n manier dat je kunt zien hoe zij eruit ziet als ze tachtig is. Hij legt de werkelijkheid op het doek. Ik hou erg van mooi en verantwoord, maar ik weet ook gewoon dat het leven niet zo is. Dat het leven uiteindelijk een soort arena is waar mensen elkaar afmaken als het even slecht gaat. Dan is het vernis er zo vanaf. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen heel veel goed kan bedoelen, maar dat er maar weinig mensen blindelings te vertrouwen zijn. Als je daar vanuit gaat, word je vanzelf optimistisch en probeer je vanuit je mogelijkheden je steentje bij te dragen. Om het toch een beetje beter te maken. Deze visie zoek ik terug in de kunst. Je proeft zowel het esthetische van een intrigerend kunstwerk als de diepere laag of de rauwe werkelijkheid daaronder. Dat zie je bij Francis Bacon ook. Dat was een kunstenaar die in Madrid tot diep in de nacht van café naar café trok, daarbij een stevige drinker was en die ook nog eens een rommelig liefdesleven leidde. En steeds ging hij dan weer schilderen in een enorme troep. Een bekend verhaal is dat er een beeldschone barkeeper bij hem kwam inbreken die uiteindelijk zijn lover werd. Die man is twintig jaar bij hem gebleven. Dat vind ik prachtige verhalen! Ik kan mij indenken dat ik op mensen die me niet goed kennen vaak een gezellige, beetje frivole indruk maak; als iemand die door het leven fladdert. Toch heb ik een heel realistisch oog voor hoe de wereld echt in elkaar zit en maak me daarover weinig illusies. Het zal wel in mijn genen zitten. Dat hebben onze kinderen ook wel. Een goede vriend van ons heeft beneden in de huiskamer keurige schilderijen aan de muur hangen in een verantwoord interieur, maar een etage hoger geloof je je ogen niet, daar zie je een geweldige collectie van jonge Duitse expressionisten hangen. Allemaal heel expressieve werken van naakten, bordeelscènes en dergelijke. Prachtig vind ik dat! Dat geldt voor mij ook een beetje. In het dagelijks leven ben ik redelijk gestructureerd en netjes, dat past dan allemaal in een plaatje, maar in de kunst die mij raakt, laat ik het diepere zien. En dat is niet wat je 's-morgens in één of andere vergadering deelt met mensen. Het is zoiets als je met dromen hebt, het is heel erg van jezelf zonder dat je daar nou een sturing in hebt.

 

'Ik ben ervan overtuigd dat iedereen heel veel goed kan bedoelen, maar dat er maar weinig mensen blindelings te vertrouwen zijn. Als je daar vanuit gaat, word je vanzelf optimistisch en probeer je vanuit je mogelijkheden je steentje bij te dragen. Om het toch een beetje beter te maken.'

Toen ik kunstgeschiedenis ging studeren dacht ik - heel naïef misschien - dat ik allemaal mensen zou tegenkomen die van mooie dingen hielden, maar dat viel me dus erg tegen. Wat ik zag was vooral een stel betweterige middelbare vrouwen die van tevoren al hun mening klaar hadden. Je mocht ook nooit zeggen dat je iets mooi of lelijk vond. Het was hooguit interessant. En geld mocht vanzelfsprekend ook geen rol spelen. Dat is natuurlijk wel allemaal leuk en aardig, dacht ik dan, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo in de werkelijkheid. Door mijn studie weet ik verbanden te leggen en herken ik tijdsbeelden en stromingen; aan de andere kant weet je als je klaar bent van heel veel dingen een beetje. Mijn interesses waren breed en ik ben niet met een onderwerp heel erg de diepte gekropen. Ik vind het wel bewonderenswaardig als mensen op een heel klein gebied focussen. Tijdens mijn studie herinner ik mij een urenlang betoog, over het hoe en waarom van een bepaalde compositie. De vraag was waarom de man op het schilderij een hoed op had. Daar bleken dan hele ingewikkelde, zware verhandelingen over te zijn. Maar dan denk ik: die man heeft misschien wel een hoed op omdat de kunstenaar net heel uitvoerig geluncht heeft met veel wijn en dacht: dat is wellicht de oplossing van mijn probleem in deze compositie.

'Ik lees graag over zeventiende eeuwse iconografie - dus over wat de betekenis is van citroenen, kreeften, vogels etc. - maar wat mij betreft gaat kunst daar niet echt over. Het zegt overigens wel iets over de waarde van die kunst.'

 

Kunst heeft voor mij veel meer met gevoel en emotie te maken dan met ratio. Ik lees graag over zeventiende eeuwse iconografie - dus over wat de betekenis is van citroenen, kreeften, vogels etc. - maar wat mij betreft gaat kunst daar niet echt over. Het zegt overigens wel iets over de waarde van die kunst: schilderijen van dezelfde schilder met bloemetjes brengt bijvoorbeeld drie keer zoveel op als schilderijen met visjes. Ik vind een kunsthandelaar of een kunstenaar niet a-priori interessanter dan een chirurg of een boekhandelaar. Het Promenade Hotel in Den Haag met de kunst collectie valt onder mijn verantwoordelijkheid. De renovatie van het interieur en het bedenken van nieuwe concepten voor de restaurants en het hotel hebben mij - zoals mijn man zegt - van de straat gehouden.

 

Mijn man is directeur eigenaar van een Europees werkend projectontwikkelingbedrijf en ik ben directeur van het MAB Art fund, een stichting die in de steden waar het bedrijf grote binnenstedelijke projecten realiseert, beeldententoonstellingen organiseert. Vanuit die fascinatie voor beeldhouwkunst heb ik sinds kort de leiding over Den Haag Sculptuur, een jaarlijkse expositie van monumentale beelden op het Lange Voorhout. Ook daar weer die dubbele laag, het is een tentoonstelling voor een groot publiek en gratis daarom moet het er  aantrekkelijk en spannend uitzien. Daarnaast probeer je er voor een deel van het publiek meer diepte in te brengen. Dit kan door het thema of de verwijzingen naar literatuur en geschiedenis. Ook de opdrachten die wij dit jaar aan kunstenaars verstrekt hebben maken het interessant.

Het is een prachtig geheel; met een ondertoon die achter het masker kijkt en daar iets ziet wat niet vrolijk hoeft te zijn. Naast mijn werk maak ik deel uit van een aantal besturen. Dat groeit maar door omdat ik moeite heb om 'nee' te zeggen. Na mijn studie vroeg iemand me in het bestuur van DE TALLER een kunstenaarscollectief aan de Keizersgracht. Interessante kunst maar zoals vaak geld te weinig ik heb dat gedaan en ben daar nog steeds met veel plezier voorzitter. Enkele jaren geleden las ik een verhaal in de Telegraaf over een oncoloog die voor zijn patiënten een soort Ronald McDonald huis bij de VU wilde realiseren. Ik heb hem toen gebeld en hem gezegd dat ik hem daar wel bij wilde helpen. Nu, binnen twee jaar hadden we inderdaad dat huis gemaakt. Van de Vereniging Nederlandse Kastelen, het Ronald McDonald huis en de Stichting Promotie Den Haag ben ik bestuurslid. Ook help ik Bio kinderrevalidatie. Waarom ik dat allemaal doe? Als het je meezit en je hebt een grote liefde, vier gezonde kinderen, dan vind ik dat je ook iets terug moet doen voor de maatschappij.

 

[2004]

bottom of page