top of page
external-content_edited.png
next big.jpg

The Next Big Thing

Een film over de waanzin van de internationale kunstmarkt

 

In opdracht van regisseur en producent Frank van den Engel deed Koos de Wilt de research en schreef met regisseur Frank van den Engel het script voor de documentaire The Next Big Thing, een film uitgezonden bij Uur van de Wolf  bij NTR. De documentaire gaat over de invloed van het grote geld op de kunstmarkt. In hoeverre wordt de carrières van kunstenaars beïnvloed en de kunstgeschiedenis geschreven door de superrijken?

Ondanks de wereldwijde financiële crisis bleven de prijzen voor hedendaagse kunst stijgen. De veilingen bij Christie’s en Sotheby’s braken record op record. Het aantal superrijken nam explosief toe en een groot aantal van hen heeft zich op de kunst gestort. Verzamelaars zijn hierdoor steeds machtiger geworden en bepalen meer dan wie ook de smaak van onze tijd. De kunstmarkt heeft de karakteristieken van Wall Street gekregen met alle speculaties en marktmanipulaties van dien.

Is hedendaagse kunst handelswaar geworden voor de superrijken? Deze film onderzoekt de transformaties in de kunstwereld en de gevolgen van deze machtsverschuiving voor kunstenaars, verzamelaars, dealers, musea en voor de kunstgeschiedenis. Aan het woord komen kunstenaars, verzamelaars uit de internationale en museumdirecteuren en de chairman van Christie’s NY.

 

De rol van de rijken

De rol van verzamelaars in de kunstgeschiedenis is eeuwenoud. Beroemd is bijvoorbeeld de vijftiende-eeuwse familie De' Medici in Florence, de grondleggers van het internationale bankwezen. De kunstgeschiedenis van de Renaissance is powered by De’ Medici. De architect Brunelleschi kreeg van de familie het geld om de beroemde dom met koepel te bouwen en de beeldhouwer Donatello mocht van Cosimo de’ Medici zijn beroemde David maken voor het hof van zijn Palazzo Medici. Michelangelo, misschien wel de belangrijkste beeldhouwer in de geschiedenis, begon zijn opleiding als beeldhouwer in de tuinen van De' Medici en ook de schilder Botticelli kreeg opdrachten van de familie, zoals de Geboorte van Venus. In latere eeuwen waren het vaak joodse bankiers, zoals de Rothschilds, die meeschreven aan de kunstgeschiedenis. Joden mochten geen lid zijn van een gilde en konden zich dus alleen maar bezighouden met geld en handel. Daarom kochten de succesvollen kunst, verzamelden het en verhandelden het. Zij bepaalden dus mede wat wij nu kennen als belangrijke werken uit de kunstgeschiedenis. Amerikaanse bankiers – en andere vermogende industriëlen zoals Henry Clay Frick - zetten in de negentiende eeuw verder de toon bij het opzetten van kunstcollecties en musea. In New York staat bijvoorbeeld bij de ingang van het fameuze Metropolitan de naam van de bankier J.P. Morgan op een plaquette als medeoprichter en president van het enorme museum. Wat wij belangrijk vinden te onthouden over ons artistieke verleden blijkt niet alleen een product te zijn van mensen met ideeën en de kunstenaars, maar ook van de mensen die de werken kochten en er een museum omheen bouwden. Wat weten we eigenlijk van die rol? 

 

Ook in onze tijd schrijven de verzamelaars – zij aan zij met de kunstenaar - mee aan de kunstgeschiedenis. Kunstenaars die belangrijk gevonden worden, leggen tegenwoordig een weg af die overal in de wereld vergelijkbaar is. De kunstenaars willen een plek krijgen in de stal van de belangrijke galeries in Londen en New York, waar ook andere belangrijke kunstenaars zitten. Daar worden hun werken – via beurzen als Freeze en Art Basel - aangekocht door de verzamelaars bij wie je graag in de collectie wilt komen (omdat daar ook weer andere belangrijke kunstenaars in de verzameling zitten). Met de huidige prijzen op de kunstmarkt is het voor musea vaak niet eens meer mogelijk rechtsstreeks een werk te kopen op de markt. Door het meer gedurfde aankoopgedrag van verzamelaars kunnen kunstenaars rijpen en zal uiteindelijk de provenance van het werk (dat wil zeggen uit welke collectie het werk komt) een deel van de kunsthistorische en financiële waarde bepalen van het werk. Pas daarna komen de musea die de werken in bruikleen krijgen en soms later de werken geschonken krijgen. Net zoals de De’ Medici familie belangrijk is geweest voor het maken van de Renaissance, zo zijn nu de verzamelaars van vandaag essentieel voor weg van de kunstgeschiedenis. Maar dat verhaal van de verzamelaar als maker van de kunstgeschiedenis wordt eigenlijk nooit verteld. Wie zijn het eigenlijk, deze verzamelaars in het topsegment van de kunstmarkt? Waarom kopen ze de kunst die ze ook gewoon in het museum kunnen gaan bekijken? Waarom willen ze het hébben? Maar ook: welke invloed hebben deze verzamelaars op het leven van kunstenaars, kunsthandelaren en het hele circus eromheen? En: welke rol spelen ze bij het verloop van de kunstgeschiedenis?

 

Koos de Wilt heeft voor kranten, bladen en televisie verschillende keren de inmiddels overleden kunsthandelaar Robert Noortman,  medeoprichter van de TEFAF in Maastricht, geïnterviewd. Noortman was één van de belangrijkste kunsthandelaren van de wereld op het gebied van Hollandse meesters en Impressionistische kunst. In een interview vertelde hij: ‘Je kunt vaak aan de mensen zien wat ze kopen. De snelle mensen kopen moderne kunst en de meer bezadigde mensen kopen oude meesters. Voor de oude kunst heb je drie soorten klanten. Je hebt de echte verzamelaars die het hele jaar ballen gehakt eten om goede kunst te kopen. […] Ten tweede heb je de instituties, de musea, en ten slotte de beleggers, de speculanten. Kunst is tegenwoordig een kwestie van asset allocation. Als je een bepaald bedrag waard bent, dan koop je ook een paar dingen waar je van houdt. Dat doe je dan als hobby, dan stop je tien procent van je vermogen in kunst. Dat is mooi om mee te leven en geeft een extra spirit.’

 

Voor dezelfde krant interviewde De Wilt een belangrijke verzamelaar van hedendaagse kunst, commoditytrader Marta Gnyp. Ze kocht al een tijdje kunst toen ze tien jaar  geleden besloot kunstgeschiedenis te gaan studeren. Inmiddels is ze galeriehouder/mede-eigenaar van een van Nederlands meest prominente galeries Fons Welters in Amsterdam. Gnyp is geïnteresseerd in de combinatie van de kunst en de markt: ‘Ik ben eigenlijk altijd geïnteresseerd geweest in wat kunst doet: vragen stellen over wat dingen betekenen. Door kunst leer je goed kijken en verder te denken dan de bestaande concepten en verwachtingspatronen. De visuele verschijning, dat je door een werk getroffen kan zijn, is ook belangrijk, maar het meest interessant is dat je ervaart dat iets een product is van een bepaalde cultuur en bepaalde tijd. Met hedendaagse kunst heb je de afstand niet. Er gelden tegenwoordig ook geen criteria. Daarom is de kunstmarkt ook zo spannend. Het is niet alleen een plek waar je mensen tegenkomt die veel van kunst weten, maar ook veel gokkers, gelukzoekers en beleggers. Iedereen kan de pretentie hebben het te weten, juist omdat het zo vrij is. Maar het blijft een raadsel welke kunst uiteindelijk zal overleven. Toen ik kunstgeschiedenis ging studeren dacht ik dat kunst vooral te maken had met iets heiligs, iets persoonlijks. In het begin had ik dan ook moeite het te verbinden met geld. Maar uiteindelijk vind ik die dubbele insteek veel spannender. Enerzijds is er het quasi autonome object en anderzijds is het een commodity met geldwaarde. Geld zegt heel veel over onze tijd. Het feit dat Damien Hirst, de koning van de commerciële kunst, in onze tijd zoveel succes heeft, is niet toevallig.’

 

In de woorden van deze twee prominenten in de wereld van de kunsthandel lees je de reikwijdte van de kunstmarkt. Noortman en Gnyp laten zien dat er veel meer is dan interesse voor het intrinsieke product. Dat kunst enerzijds gaat over iets dat essentieel is in het leven van mensen. Kunst gaat over hoe we betekenis moeten geven aan het leven, aan de wereld waarin we leven, aan de reden waarom we hier zijn. Maar het gaat ook over veel prozaïscher zaken zoals status en geld. Bovenal is het interessant te zien hoe essentieel de rol van de verzamelaar is als maker van de kunstgeschiedenis.

[Uit het scenario in 2013]

 


 

Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.31.48.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.52.10.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.33.20.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.34.28.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.41.51.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.31.41.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 18.56.35.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.36.00.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.38.32.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.38.38.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.38.13.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.39.26.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.39.31.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.32.38.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 08.40.24.png
Scherm­afbeelding 2024-02-05 om 09.00.59.png
external-content.duckduckgo.jpg
bottom of page